A2.35: Lokale diensten en winkels

Servicios y tiendas locales

Woordenschat (21)

 La floristería: De bloemist (Spaans)

La floristería

Show

De bloemist Show

 Bonito: Mooi (Spaans)

Bonito

Show

Mooi Show

 El cliente: De klant (Spaans)

El cliente

Show

De klant Show

 Encantar (gek zijn op) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Encantar

Show

Gek zijn op Show

 La frutería: de fruitwinkel (Spaans)

La frutería

Show

De fruitwinkel Show

 El centro comercial: het winkelcentrum (Spaans)

El centro comercial

Show

Het winkelcentrum Show

 El panadero: De bakker (Spaans)

El panadero

Show

De bakker Show

 La carnicería: De slagerij (Spaans)

La carnicería

Show

De slagerij Show

 Ir de tiendas: winkelieren (Spaans)

Ir de tiendas

Show

Winkelieren Show

 La papelería: de winkel in kantoorartikelen (Spaans)

La papelería

Show

De winkel in kantoorartikelen Show

 La tienda de regalos: de cadeauwinkel (Spaans)

La tienda de regalos

Show

De cadeauwinkel Show

 El estanco: Het tabakswinkeltje (Spaans)

El estanco

Show

Het tabakswinkeltje Show

 El dependiente: de medewerker (Spaans)

El dependiente

Show

De medewerker Show

 La lavandería: De wasserette (Spaans)

La lavandería

Show

De wasserette Show

 La tienda de electrónica: de elektronicawinkel (Spaans)

La tienda de electrónica

Show

De elektronicawinkel Show

 Hacer cola: In de rij staan (Spaans)

Hacer cola

Show

In de rij staan Show

 La tienda de decoración: de woondecoratiewinkel (Spaans)

La tienda de decoración

Show

De woondecoratiewinkel Show

 La tienda de deportes: de sportwinkel (Spaans)

La tienda de deportes

Show

De sportwinkel Show

 Cien gramos: honderd gram (Spaans)

Cien gramos

Show

Honderd gram Show

 Medio kilo: Een halve kilo (Spaans)

Medio kilo

Show

Een halve kilo Show

 Doscientos gramos: Tweehonderd gram (Spaans)

Doscientos gramos

Show

Tweehonderd gram Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Gesprekskaarten

Instructie: Kies een situatie en oefen het gesprek met je docent of medestudenten.

Oefening 2: Een woord matchen

Instructie: Kom de vertalingen overeen

En el centro comercial puedes encontrar una papelería (In het winkelcentrum kun je een kantoorboekhandel vinden.)
Ni el dependiente ni el cliente sabían dónde estaba la floristería (Noch de verkoper noch de klant wisten waar de bloemenwinkel was.)
Me encanta ir de tiendas así como visitar la carnicería (Ik hou ervan om te winkelen en ook om naar de slagerij te gaan.)
El panadero me devolvió el cambio con una sonrisa (De bakker gaf me het wisselgeld terug met een glimlach.)

Oefening 3: Clusteren van woorden

Instructie: Classificeer de woorden in twee groepen: de plaatsen waar producten worden verkocht en de mensen die in die plaatsen werken of kopen.

Lugares comerciales locales

Personas en tiendas y clientes

Oefening 4: Las conjunciones: "Ni... Ni...", "Así Como"

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: De voegwoorden: "Ni... Ni...", "Así Como"

Toon vertaling Toon antwoorden

Ni, así como, ni

1.
... me gustan las rosas ... las margaritas.
(Ik houd niet van rozen noch van madeliefjes.)
2.
... el cliente ... el dependiente tenía cambio.
(Noch de klant noch de winkelbediende had wisselgeld.)
3.
... ella ... yo fuimos al estanco.
(Noch zij noch ik gingen naar het tabakswinkeltje.)
4.
La floristería tiene muchas flores bonitas, ... el ramo de flores que compré.
(De bloemenwinkel heeft veel mooie bloemen, evenals het boeket bloemen dat ik heb gekocht.)
5.
Compramos dulces en la tienda de regalos ... en el estanco.
(We kopen snoep in de cadeauwinkel, evenals in het tabakswinkeltje.)
6.
No compramos ... frutas ... verduras.
(We kopen noch fruit noch groenten.)
7.
Visitamos la floristería ... la frutería.
(We bezochten de bloemist evenals de groentewinkel.)
8.
No regalo ... flores ... bombones.
(Ik geef geen cadeau, geen bloemen en geen bonbons.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

A2.35.1 Gramática

Las conjunciones: "Ni... Ni...", "Así Como"

De voegwoorden: "Ni... Ni...", "Así Como"


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Abrir openen

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) abrí ik opende
(tú) abriste jij opende
(él/ella) abrió hij/zij opende
(nosotros/nosotras) abrimos wij openden
(vosotros/vosotras) abristeis jullie openden
(ellos/ellas) abrieron zij openden

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Comprar kopen

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) compré ik kocht
(tú) compraste jij kocht
(él/ella) compró hij kocht/zij kocht
(nosotros/nosotras) compramos wij kochten
(vosotros/vosotras) comprasteis jullie kochten
(ellos/ellas) compraron zij kochten

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Devolver terugbrengen

Pretérito indefinido

Spaans Nederlands
(yo) devolví ik bracht terug
(tú) devolviste jij bracht terug
(él/ella) devolvió hij/zij bracht terug
(nosotros/nosotras) devolvimos wij brachten terug
(vosotros/vosotras) devolvisteis jullie brachten terug
(ellos/ellas) devolvieron zij brachten terug

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏