Qué sorpresa
Leerdoelen:
- Describe el pasado muy reciente (Beschrijf het zeer recente verleden)
- Habla sobre eventos sorprendentes (Praat over verrassende gebeurtenissen)
-
"Acabar de" + infinitivo: expresar una acción recién completada. (Acabar de + infinitief: een recent voltooide actie uitdrukken.) - "El Orfanato": ¿te atreves a entrar? ("El Orfanato": durf jij binnen te komen?)
Leermodule 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Ongelooflijk , Ontdekken , Onverwacht , Afmaken , De schrik , Beëindigen
Antwoorden
Score: 0/6
Increíble | (Ongelooflijk) |
Acabar | (Beëindigen) |
Inesperado | (Onverwacht) |
Descubrir | (Ontdekken) |
El susto | (De schrik) |
Terminar | (Afmaken) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Inesperado
|
(Onverwacht) |
2.
La sorpresa
|
(De verrassing) |
3.
Sorprendente
|
(Verbluffend) |
4.
Terminar
|
(Afmaken) |
5.
Descubrir
|
(Ontdekken) |
6.
Notar
|
(Opmerken) |
7.
Acabar
|
(Beëindigen) |
8.
El susto
|
(De schrik) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingTerminar (Presente, indicativo), Salir (Presente, indicativo)
1. Ellos ... a salvar la naturaleza de la contaminación.
2. Tú ... de la casa y caminas por el bosque.
3. Él ... de caminar por el bosque.
4. Yo ... de preparar el dulce.
5. Ellos ... de descansar en el camping.
6. Nosotros ... de admirar la cascada.
7. Tú ... de subir la montaña.
8. Vosotros ... de visitar la playa.
Oefening 6: Acabar de + infinitief: een recent voltooide actie uitdrukken.
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingAcabamos de, acaban de, ¿Acabas de, Acaba de, Acabo de, Acabas de, Acabáis de, Acaban de, acabamos de
1. Ellas: ... contarme una historia increíble.
2. Vosotras: ... enteraros de algo inesperado.
3. Ellos: Hace unos momentos ... pensar en todo lo increíble que ha pasado.
4. Yo: ... ver a tu madre.
5. Nosotros: ... vivir una sorpresa.
6. Nosotras: Hace dos minutos ... llevarnos un susto.
7. Tú: ... notar mi regalo?
8. Él: ... enterarse de un evento sorprendente.
9. Yo: ... terminar un libro.
10. Tú: ... terminar tu ejercicio.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden