10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.43: Routebeschrijving vragen en geven

Pedir y dar direcciones

A1.43: Routebeschrijving vragen en geven

Leerdoelen:

  • Pedir direcciones en una ciudad (Vraag om de weg in een stad)
  • Dar indicaciones a un desconocido (Aan een vreemde de weg wijzen)
  • Expresiones de lugar (Plaatsbepalingen)
  • Las señales del camino de Santiago (De bordjes van de Camino de Santiago)

Leermodule 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Kernwoordenschat (13)

 Dar (geven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nosotros les damos la foto.

(Wij geven hen de foto.)

Dar

(Geven)

 Encontrar (vinden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tú encuentras las llaves en la cocina.

(Je vindt de sleutels in de keuken.)

Encontrar

(Vinden)

 El parque: Het park (Spaans)

El parque está a la derecha de la tienda.

(Het park is rechts van de winkel.)

El parque

(Het park)

 La estación: Het station (Spaans)

Hay muchas personas en la estación.

(Er zijn veel mensen op het station.)

La estación

(Het station)

 La parada: De halte (Spaans)

La parada de autobús está a la derecha de la tienda.

(De bushalte is rechts van de winkel.)

La parada

(De halte)

 A la izquierda: Linksaf (Spaans)

Para llegar al parque, toma la primera calle a la izquierda.

(Om bij het park te komen, neem je de eerste straat links.)

A la izquierda

(Linksaf)

 A la derecha: Naar rechts (Spaans)

Para llegar a la plaza, gira a la derecha en la calle principal.

(Om het plein te bereiken, sla rechtsaf in de hoofdstraat.)

A la derecha

(Naar rechts)

 Todo recto: Rechtdoor (Spaans)

Para llegar al parque, camina todo recto por esta calle y estará a tu izquierda.

(Om bij het park te komen, loop je rechtdoor door deze straat en het bevindt zich aan je linkerhand.)

Todo recto

(Rechtdoor)

 El centro: Het centrum (Spaans)

La oficina de información está en el centro de la ciudad.

(Het informatiekantoor bevindt zich in het stadscentrum.)

El centro

(Het centrum)

 La calle: De straat (Spaans)

Sigue todo recto hasta llegar a la calle principal.

(Ga rechtdoor tot je bij de hoofdstraat komt.)

La calle

(De straat)

 La oficina de información: Het informatiekantoor (Spaans)

La oficina de información está a la izquierda de la plaza.

(Het informatiekantoor is links van het plein.)

La oficina de información

(Het informatiekantoor)

 La plaza: Het plein (Spaans)

Hay una cafetería en la plaza.

(Er is een café op het plein.)

La plaza

(Het plein)

 La tienda: De winkel (Spaans)

La tienda está a la izquierda del parque.

(De winkel is links van het park.)

La tienda

(De winkel)

Woordenlijst (18)

Kernwoordenschat (13): Werkwoorden: 2, Zelfstandige naamwoorden: 8, Zinnen / woordcombinatie: 3
Contextwoordenschat: 5

Spaans Nederlands
A la derecha Naar rechts
A la izquierda Naar links
Camino Weg
Da Hij geeft
Dar Geven
Dirección Richting
El centro Het centrum
El parque Het park
Encontrar Tot je het centrale plein vindt
Encuentra Vindt
La calle De straat
La estación Het station
La oficina de información Het informatiekantoor
La parada De halte
La plaza Het plein
La tienda De winkel
Señales Signalen
Todo recto Rechtdoor