10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.36: In de tuin

En el jardín

A1.36: In de tuin

Leerdoelen:

  • Aprende los nombres de plantas y flores comunes en el jardín. (Leer de namen van gewone planten en bloemen in de tuin.)
  • Verbos relacionados con la jardinería y el cultivo de verduras. (Werkwoorden gerelateerd aan tuinieren en het telen van groenten.)
  • Estar + gerundio (Estar + gerundio)
  • El Jardín de los Naranjos en Sevilla (De Tuin van de Sinaasappels in Sevilla)

Leermodule 5 (A1): En casa (Thuis)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Kernwoordenschat (14)

 El cactus: De cactus (Spaans)

El cactus está creciendo en el jardín.

(De cactus groeit in de tuin.)

El cactus

(De cactus)

 La flor: De bloem (Spaans)

La flor está creciendo en el jardín.

(De bloem groeit in de tuin.)

La flor

(De bloem)

 La planta: De plant (Spaans)

La planta todavía está pequeña.

(De plant is nog klein.)

La planta

(De plant)

 El árbol: De boom (Spaans)

El jardinero está regando el árbol en el jardín.

(De tuinman is de boom in de tuin aan het water geven.)

El árbol

(De boom)

 El césped: Het gras (Spaans)

No me gusta caminar en el césped.

(Ik hou niet van lopen op het gras.)

El césped

(Het gras)

 El columpio: De schommel (Spaans)

El niño está jugando en el columpio del jardín.

(Het kind speelt op de schommel in de tuin.)

El columpio

(De schommel)

 La hoja: Het blad (Spaans)

La hoja es verde.

(Het blad is groen.)

La hoja

(Het blad)

 La piedra: De steen (Spaans)

La piedra es blanca.

(De steen is wit.)

La piedra

(De steen)

 La tierra: De aarde (Spaans)

El jardinero riega la tierra.

(De tuinman besproeit de aarde.)

La tierra

(De aarde)

 La semilla: Het zaad (Spaans)

La jardinera está plantando la semilla en el jardín.

(De tuinier plant het zaadje in de tuin.)

La semilla

(Het zaad)

 Sembrar (zaaien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ellos siembran árboles.

(Zij planten bomen.)

Sembrar

(Zaaien)

 El jardinero: De tuinman (Spaans)

El jardinero está cultivando plantas en el jardín.

(De tuinman is planten aan het kweken in de tuin.)

El jardinero

(De tuinman)

 Regar (sproeien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vosotros regáis los arbustos.

(Jullie besproeien de struiken.)

Regar

(Sproeien)

 Cultivar (kweken) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nosotros cultivamos diferentes frutas.

(Wij verbouwen verschillende fruitsoorten.)

Cultivar

(Kweken)

Woordenlijst (22)

Kernwoordenschat (14): Werkwoorden: 3, Zelfstandige naamwoorden: 11,
Contextwoordenschat: 8

Spaans Nederlands
Cultivar Kweken
El cactus De cactus
El columpio De schommel
El césped Het gras
El jardinero De tuinman
El árbol De boom
Flor de azahar Sinaasappelbloesem
Hojas Bladeren
Jardín Tuin
La flor De bloem
La hoja Het blad
La piedra De steen
La planta De plant
La semilla Het zaad
La tierra De aarde
Las flores De bloemen
Las piedras De stenen
Naranjos Sinaasappels
Regar Sproeien
Sembrando Is aan het zaaien
Sembrar Zaaien
Árboles Bomen