Salud y bienestar
Leerdoelen:
- Vocabulario básico de salud. (Basis medische woordenschat.)
- Expresar enfermedad y dolor. (Uitdrukken van ziekte en pijn.)
- Vocabulario médico básico. (Basis medische woordenschat.)
- Adverbios de modo (Manierbijwoorden)
Leermodule 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Het medicijn , Hoesten , Pijn doen , De dokter , De rust , De symptomen
Antwoorden
Score: 0/6
Toser | (Hoesten) |
El medicamento | (Het medicijn) |
El descanso | (De rust) |
Doler | (Pijn doen) |
El doctor | (De dokter) |
Los síntomas | (De symptomen) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
La salud
|
(De gezondheid) |
2.
Ayudar
|
(Helpen) |
3.
La fiebre
|
(De koorts) |
4.
Doler
|
(Pijn doen) |
5.
El descanso
|
(De rust) |
6.
Toser
|
(Hoesten) |
7.
El medicamento
|
(Het medicijn) |
8.
Enfermo
|
(Ziek) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 6: Manierbijwoorden
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingbien, mal, lentamente, rápidamente, con dificultad, con cuidado, fuertemente, necesariamente, fácilmente
1. Cuidado: Tengo que toser ....
2. Difícil: Me levanto ....
3. Necesario: La alergia se trata ....
4. Lento: La fiebre baja ... después de tomar el medicamento.
5. Malo: El enfermo se siente ... por la fiebre.
6. Rápido: Los síntomas vienen ....
7. Fácil: Me pongo enfermo ....
8. Bueno: Hoy me siento .... No estoy cansada.
9. Fuerte: Me duele el cuerpo ....
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden