10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.30: Gezondheid

Salud y bienestar

A1.30: Gezondheid

Leerdoelen:

  • Vocabulario básico de salud. (Basis medische woordenschat.)
  • Expresar enfermedad y dolor. (Uitdrukken van ziekte en pijn.)
  • Vocabulario médico básico. (Basis medische woordenschat.)
  • Adverbios de modo (Manierbijwoorden)

Leermodule 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vind de woorden

Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.

Tips

Het medicijn , Hoesten , Pijn doen , De dokter , De rust , De symptomen

e x m t o s e r u g j b i v e l d e s c a n s o s r u t q o l o s s í n t o m a s n p q v r x e l d o c t o r e a l x v i e l m e d i c a m e n t o m w d r w k d o l e r s k y

Antwoorden

Score: 0/6

Toser (Hoesten)
El medicamento (Het medicijn)
El descanso (De rust)
Doler (Pijn doen)
El doctor (De dokter)
Los síntomas (De symptomen)

Oefening 2: Zinnen herschikken

Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.

Toon vertaling
1. y no | irán al | están enfermos | parque. | Los niños
Los niños están enfermos y no irán al parque.
(De kinderen zijn ziek en zullen niet naar het park gaan.)
2. tos. | fiebre y | gripe incluyen | Los síntomas | de la
Los síntomas de la gripe incluyen fiebre y tos.
(De symptomen van de griep zijn onder andere koorts en hoest.)
3. muy | Los | efectivos. | son | nuevos | medicamentos
Los medicamentos nuevos son muy efectivos.
(De nieuwe medicijnen zijn zeer effectief.)
4. trabajan duro | Los doctores | nuestra salud. | para cuidar
Los doctores trabajan duro para cuidar nuestra salud.
(De dokters werken hard om voor onze gezondheid te zorgen.)
5. salud. | Los descansos | para nuestra | son importantes
Los descansos son importantes para nuestra salud.
(Pauzes zijn belangrijk voor onze gezondheid.)
6. después de | La doctora | libre. | su tiempo | meditar en | está relajada
La doctora está relajada después de meditar en su tiempo libre.
(De dokter is ontspannen na te mediteren in haar vrije tijd.)
7. y necesita | El doctor | descansar. | está enfermo
El doctor está enfermo y necesita descansar.
(De dokter is ziek en moet rusten.)

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. La salud
(De gezondheid)
2. Ayudar
(Helpen)
3. La fiebre
(De koorts)
4. Doler
(Pijn doen)
5. El descanso
(De rust)
6. Toser
(Hoesten)
7. El medicamento
(Het medicijn)
8. Enfermo
(Ziek)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Los niños están enfermos y no irán al parque.
De kinderen zijn ziek en zullen niet naar het park gaan.
2. Los síntomas de la gripe incluyen fiebre y tos.
De symptomen van de griep zijn onder andere koorts en hoest.
3. Los medicamentos nuevos son muy efectivos.
De nieuwe medicijnen zijn zeer effectief.
4. Los doctores trabajan duro para cuidar nuestra salud.
De dokters werken hard om voor onze gezondheid te zorgen.
5. Los descansos son importantes para nuestra salud.
Pauzes zijn belangrijk voor onze gezondheid.
6. La doctora está relajada después de meditar en su tiempo libre.
De dokter is ontspannen na te mediteren in haar vrije tijd.
7. El doctor está enfermo y necesita descansar.
De dokter is ziek en moet rusten.
8. Las doctoras son muy simpáticas y ayudan a todos los pacientes con mucho cariño.
De dokters zijn heel vriendelijk en helpen alle patiënten met veel zorg.

Oefening 6: Manierbijwoorden

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

bien, mal, lentamente, rápidamente, con dificultad, con cuidado, fuertemente, necesariamente, fácilmente

1. Cuidado: Tengo que toser ....

Tengo que toser con cuidado.
(Ik moet voorzichtig hoesten.)

2. Difícil: Me levanto ....

Me levanto con dificultad.
(Ik sta met moeite op.)

3. Necesario: La alergia se trata ....

La alergia se trata necesariamente.
(De allergie wordt noodzakelijkerwijs behandeld.)

4. Lento: La fiebre baja ... después de tomar el medicamento.

La fiebre baja lentamente después de tomar el medicamento.
(De koorts zakt langzaam na het innemen van het medicijn.)

5. Malo: El enfermo se siente ... por la fiebre.

El enfermo se siente mal por la fiebre.
(De zieke voelt zich slecht door de koorts.)

6. Rápido: Los síntomas vienen ....

Los síntomas vienen rápidamente.
(De symptomen komen snel.)

7. Fácil: Me pongo enfermo ....

Me pongo enfermo fácilmente.
(Ik word makkelijk ziek.)

8. Bueno: Hoy me siento .... No estoy cansada.

Hoy me siento bien. No estoy cansada.
(Vandaag voel ik me goed. Ik ben niet moe.)

9. Fuerte: Me duele el cuerpo ....

Me duele el cuerpo fuertemente.
(Mijn lichaam doet erg veel pijn.)

Oefening 7: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. De nieuwe medicijnen zijn zeer effectief.
Los medicamentos nuevos son muy efectivos.
2. De dokter is ontspannen na te mediteren in haar vrije tijd.
La doctora está relajada después de meditar en su tiempo libre.
3. De dokters werken hard om voor onze gezondheid te zorgen.
Los doctores trabajan duro para cuidar nuestra salud.
4. De dokter is ziek en moet rusten.
El doctor está enfermo y necesita descansar.
5. Pauzes zijn belangrijk voor onze gezondheid.
Los descansos son importantes para nuestra salud.
6. De kinderen zijn ziek en zullen niet naar het park gaan.
Los niños están enfermos y no irán al parque.
7. De symptomen van de griep zijn onder andere koorts en hoest.
Los síntomas de la gripe incluyen fiebre y tos.
8. De dokters zijn heel vriendelijk en helpen alle patiënten met veel zorg.
Las doctoras son muy simpáticas y ayudan a todos los pacientes con mucho cariño.