Emociones y sentimientos
Leerdoelen:
- Habla sobre tus sentimientos. (Praat over je gevoelens.)
- Expresa tus emociones. (Uit je emoties.)
- Diferencia entre ser vs estar (Verschil tussen ser en estar)
-
Platero y yo : una historia de amistad (Platero y yo: een verhaal over vriendschap)
Leermodule 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Werkwoordvervoegingstabellen
Sentirse (zich voelen)
- yo me siento ik voel me
- tú te sientes jij voelt je
- él/ella se siente hij voelt zich
- nosotros/nosotras nos sentimos wij voelen ons
- vosotros/vosotras os sentís jullie voelen je
- ellos/ellas se sienten zij voelen zich
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingSentirse (Presente, indicativo)
1. Vosotros ... emocionados.
2. Ellos ... nerviosos.
3. Yo ... bien.
4. Ella ... contenta.
5. Nosotros ... felices.
6. ¿Cómo ..., tú?