10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.14: Kalenderdata en feestdagen

Fechas del calendario y festivos

A1.14: Kalenderdata en feestdagen

Leerdoelen:

  • Las fechas y festivos básicos (De basisdata en feestdagen)
  • ¿Cómo se forman las fechas? (Hoe worden data gevormd?)
  • Días Festivos en España (Feestdagen in Spanje)

Leermodule 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Kernwoordenschat (13)

 El mes: De maand (Spaans)

El próximo mes planeamos nuestras vacaciones.

(Volgende maand plannen wij onze vakantie.)

El mes

(De maand)

 El año: Het jaar (Spaans)

El año nuevo empieza en enero.

(Het nieuwe jaar begint in januari.)

El año

(Het jaar)

 La semana: De week (Spaans)

La semana empieza el lunes.

(De week begint op maandag.)

La semana

(De week)

 El fin de semana: Het weekend (Spaans)

El fin de semana vamos a planear las vacaciones.

(In het weekend gaan we de vakantie plannen.)

El fin de semana

(Het weekend)

 El calendario: De kalender (Spaans)

El calendario muestra los días festivos.

(De kalender toont de feestdagen.)

El calendario

(De kalender)

 Las vacaciones: De vakantie (Spaans)

Las vacaciones de verano empiezan en junio.

(De zomervakantie begint in juni.)

Las vacaciones

(De vakantie)

 El día: De dag (Spaans)

Hoy es el día de Navidad.

(Vandaag is het kerst.)

El día

(De dag)

 Planear (plannen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vosotros planeáis un viaje juntos.

(Jullie plannen een reis samen.)

Planear

(Plannen)

 La Navidad: Kerstmis (Spaans)

La Navidad se celebra el 25 de diciembre.

(Kerstmis wordt gevierd op 25 december.)

La navidad

(Kerstmis)

 La Nochevieja: Oud en Nieuw (Spaans)

Vamos a celebrar la Nochevieja el 31 de diciembre.

(We gaan Oudejaarsavond vieren op 31 december.)

La nochevieja

(Oud en nieuw)

 El Año Nuevo: Het Nieuwjaar (Spaans)

El año nuevo empieza en enero.

(Het nieuwe jaar begint in januari.)

El año nuevo

(Het nieuwjaar)

 La Semana Santa: De Goede Week (Spaans)

La Semana Santa es una celebración importante en España.

(De Semana Santa is een belangrijke viering in Spanje.)

La semana santa

(De goede week)

 Empezar (beginnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Tú empiezas el curso la semana que viene.

(Jij begint de cursus volgende week.)

Empezar

(Beginnen)

Woordenlijst (13)

Kernwoordenschat (13): Werkwoorden: 2, Zelfstandige naamwoorden: 11,

Spaans Nederlands
El Año Nuevo Het Nieuwjaar
El año Het jaar
El calendario De kalender
El día De dag
El fin de semana Het weekend
El mes De maand
Empezar Beginnen
La Navidad Kerstmis
La Nochevieja Oud en Nieuw
La Semana Santa De Goede Week
La semana De week
Las vacaciones De vakantie
Planear Plannen