Saber (weten) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Saber - Vervoeging van weten in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, aantonende wijs (Pretérito indefinido, indicativo).
Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Saber (weten) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Partes del cuerpo (Lichaamsdelen)
Vervoeging van saber in de Pretérito Indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo supe | ik wist |
tú supiste | jij wist |
él/ella supo | hij/zij wist |
nosotros/nosotras supimos | wij wisten |
vosotros/vosotras supisteis | jullie wisten |
ellos/ellas supieron | zij wisten |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Supe que la floristería tiene tulipanes. | Ik kwam te weten dat de bloemenwinkel tulpen heeft. |
Supiste negociar el precio del ramo. | Je wist de prijs van de bos bloemen te onderhandelen. |
Supo que la tienda de regalos cerró temprano. | Hij wist dat de cadeauwinkel vroeg dichtging. |
Supimos cómo plantar las margaritas. | We leerden hoe we margrieten moesten planten. |
Supisteis qué bonita es esta rosa. | Wisten jullie hoe mooi deze roos is. |
Supieron que la tarta de chocolate encanta. | Ze kwamen erachter dat de chocoladetaart heerlijk is. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
supiste, supe, supimos, supo, supisteis, supieron
1.
... cómo plantar las margaritas.
(We leerden hoe we margrieten moesten planten.)
2.
... que la tienda de regalos cerró temprano.
(Hij wist dat de cadeauwinkel vroeg dichtging.)
3.
... que la floristería tiene tulipanes.
(Ik kwam te weten dat de bloemenwinkel tulpen heeft.)
4.
... negociar el precio del ramo.
(Je wist de prijs van de bos bloemen te onderhandelen.)
5.
... que la tarta de chocolate encanta.
(Ze kwamen erachter dat de chocoladetaart heerlijk is.)
6.
... qué bonita es esta rosa.
(Wisten jullie hoe mooi deze roos is.)