B1.20: Gelukkige en moeilijke tijden

Tiempos felices y difíciles

Luister- en leesmateriaal

Oefen woordenschat in context met echte materialen.

B1.20.1 Diálogo

Un adiós lleno de recuerdos

Een afscheid vol herinneringen


Woordenschat (13)

 Superar (overwinnen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Superar

Show

Overwinnen Show

 Aprovechar (gebruikmaken van) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Aprovechar

Show

Gebruikmaken van Show

 El aniversario: Het jubileum (Spaans)

El aniversario

Show

Het jubileum Show

 La muerte: De dood (Spaans)

La muerte

Show

De dood Show

 El nacimiento: De geboorte (Spaans)

El nacimiento

Show

De geboorte Show

 La despedida de soltero: Het vrijgezellenfeest (Spaans)

La despedida de soltero

Show

Het vrijgezellenfeest Show

 La boda: De bruiloft (Spaans)

La boda

Show

De bruiloft Show

 Único: Uniek (Spaans)

Único

Show

Uniek Show

 Raro: Raar (Spaans)

Raro

Show

Raar Show

 Complicado: Ingewikkeld (Spaans)

Complicado

Show

Ingewikkeld Show

 Sencillo: Eenvoudig (Spaans)

Sencillo

Show

Eenvoudig Show

 La estabilidad laboral: De werkzekerheid (Spaans)

La estabilidad laboral

Show

De werkzekerheid Show

 Llorar (huilen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Llorar

Show

Huilen Show

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Futuro simple vs. futuro perfecto: morfología y usos

Instructie: Vul het juiste woord in.

Grammatica: Onvoltooid toekomende tijd vs. voltooid toekomende tijd: morfologie en gebruik

Toon vertaling Toon antwoorden

habremos celebrado, será, tendré, superaré, habremos logrado, habréis aprovechado, viviremos, habrán superado

1. Celebrar (futuro perfecto):
Para el próximo aniversario nosotros ya ... con toda la familia.
(Tegen de volgende verjaardag zullen wij al met de hele familie hebben gevierd.)
2. Lograr (futuro perfecto):
Para la próxima semana ya ... la estabilidad laboral que buscábamos.
(Tegen volgende week zullen we de werkzekerheid die we zochten al hebben bereikt.)
3. Vivir (futuro simple):
En la despedida de soltera mañana nosotros ... una experiencia inolvidable.
(Morgen zullen wij tijdens het vrijgezellenfeest een onvergetelijke ervaring beleven.)
4. Superar (futuro simple):
El próximo año ... todos los obstáculos en mi carrera profesional.
(Volgend jaar zal ik alle obstakels in mijn professionele carrière overwinnen.)
5. Aprovechar (futuro perfecto):
Antes de la próxima reunión vosotros ya ... de la oferta de empleo que nos hicieron.
(Vóór de volgende vergadering zullen jullie al gebruik hebben gemaakt van het aanbod dat ons is gedaan.)
6. Tener (futuro simple):
El próximo semestre yo ... una vida menos complicada y más estable.
(Volgend semester zal ik een minder gecompliceerd en stabieler leven hebben.)
7. Ser (futuro simple):
El nacimiento de su primer hijo ... un momento único en su vida.
(De geboorte van uw eerste kind zal een uniek moment in uw leven zijn.)
8. Superar (futuro perfecto):
Dentro de un mes mis amigos ... todas las dificultades del proyecto.
(Over een maand zullen mijn vrienden alle moeilijkheden van het project hebben overwonnen.)

Grammatica

We geven toe dat het niet het meest opwindende is, maar het is absoluut essentieel (en we beloven dat het zich zal terugbetalen)!

B1.20.2 Gramática

Futuro simple vs. futuro perfecto: morfología y usos

Onvoltooid toekomende tijd vs. voltooid toekomende tijd: morfologie en gebruik


Werkwoordsvervoegingstabellen voor deze les

Aprovechar gebruikmaken van

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he aprovechado ik heb gebruikgemaakt van
(tú) has aprovechado jij hebt gebruikgemaakt van
(él/ella) ha aprovechado hij/zij heeft gebruikgemaakt van
(nosotros/nosotras) hemos aprovechado wij hebben gebruikgemaakt van
(vosotros/vosotras) habéis aprovechado jullie hebben gebruikgemaakt van
(ellos/ellas) han aprovechado zij hebben gebruikgemaakt van

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Superar overwinnen

Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
(yo) he superado ik heb overwonnen
(tú) has superado jij hebt overwonnen
(él/ella) ha superado hij/zij heeft overwonnen
(nosotros/nosotras) hemos superado wij hebben overwonnen
(vosotros/vosotras) habéis superado jullie hebben overwonnen
(ellos/ellas) han superado zij hebben overwonnen

Oefeningen en voorbeeldzinnen

Zie je geen vooruitgang als je alleen studeert? Bestudeer dit materiaal met een gecertificeerde docent!

Wil je vandaag Spaans oefenen? Dat is mogelijk! Neem vandaag nog contact op met een van onze docenten.

Schrijf je nu in!

Deze lessen zouden niet mogelijk zijn zonder onze geweldige partners🙏