10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.7: Vakantieramp?

¿Desastre en las vacaciones?

A2.7: Vakantieramp?

Leerdoelen:

  • Hablando de los problemas que surgen durante tus vacaciones (Praten over problemen die tijdens je vakantie ontstaan)
  • Eventos desafortunados durante las vacaciones (Ongelukkige gebeurtenissen tijdens de feestdagen)
  • El imperativo negativo: los verbos irregulares (De gebiedende wijs (negatief): onregelmatige werkwoorden)
  • El turismo en masa (Massatoerisme)

Leermodule 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Oefeningen

Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.

Oefening 1: Vind de woorden

Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.

Tips

Nuttig , Geld uitgeven , Controleren , Verdwaald , De webpagina , Een plattegrond bekijken

e x m g a s t a r d i n e r o u g j b i v l a p á g i n a w e b s r u t q o m i r a r u n p l a n o n p q v r x p e r d i d o e a l x v i ú t i l m w d r w k c o m p r o b a r s k y

Antwoorden

Score: 0/6

Gastar dinero (Geld uitgeven)
Comprobar (Controleren)
Perdido (Verdwaald)
Útil (Nuttig)
Mirar un plano (Een plattegrond bekijken)
La página web (De webpagina)

Oefening 2: Zinnen herschikken

Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.

Toon vertaling
1. viaje que | incluyen la | seguros de | cobertura médica. | Busca los
Busca los seguros de viaje que incluyen la cobertura médica.
(Zoek naar de reisverzekeringen die medische dekking omvatten.)
2. hotel. | habitación del | en la | No dejes | los teléfonos
No dejes los teléfonos en la habitación del hotel.
(Laat de telefoons niet in de hotelkamer liggen.)
3. te sabes | el camino. | Pide ayuda | si no
Pide ayuda si no te sabes el camino.
(Vraag om hulp als je de weg niet weet.)
4. gastes | No | en | dinero | innecesarias. | cosas
No gastes dinero en cosas innecesarias.
(Geef geen geld uit aan onnodige dingen.)
5. es muy | La app | viaje. | útil para | planificar el
La app es muy útil para planificar el viaje.
(De app is erg handig voor het plannen van de reis.)
6. la | buscando | recepción! | pierda | ¡No | se
¡no se pierda buscando la recepción!
(Verlaat jezelf niet door naar de receptie te zoeken!)
7. muy útiles | para buscar | Las páginas | información. | web son
Las páginas web son muy útiles para buscar información.
(Webpagina's zijn erg nuttig om informatie te zoeken.)

Oefening 3: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. La página web
(De webpagina)
2. El teléfono
(De telefoon)
3. Útil
(Nuttig)
4. Perderse
(Zich verliezen)
5. Robar
(Stelen)
6. El seguro de viaje
(De reisverzekering)
7. Gastar dinero
(Geld uitgeven)
8. Perdido
(Verdwaald)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Busca los seguros de viaje que incluyen la cobertura médica.
Zoek naar de reisverzekeringen die medische dekking omvatten.
2. No dejes los teléfonos en la habitación del hotel.
Laat de telefoons niet in de hotelkamer liggen.
3. Pide ayuda si no te sabes el camino.
Vraag om hulp als je de weg niet weet.
4. No gastes dinero en cosas innecesarias.
Geef geen geld uit aan onnodige dingen.
5. La app es muy útil para planificar el viaje.
De app is erg handig voor het plannen van de reis.
6. ¡no se pierda buscando la recepción!
verlaat jezelf niet door naar de receptie te zoeken!
7. Las páginas web son muy útiles para buscar información.
Webpagina's zijn erg nuttig om informatie te zoeken.
8. ¡No gastes demasiado dinero en la página web de viajes!
Geef niet te veel geld uit op de reiswebsite!

Oefening 5: Conjugación verbal

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Ser (Imperativo negativo, imperativo), Perderse (Imperativo negativo, imperativo)

1. ¡... buscando la recepción!

¡No se pierda buscando la recepción!
(Vertaling laden...)

2. ¡... desorganizados con el equipaje!

¡No sean desorganizados con el equipaje!
(Wees niet ongeorganiseerd met de bagage!)

3. ¡... ruidosos en la habitación doble!

¡No seáis ruidosos en la habitación doble!
(Wees niet luidruchtig in de tweepersoonskamer!)

4. ¡... demasiado estricto con el servicio!

¡No seamos demasiado estricto con el servicio!
(Laten we niet te streng zijn voor de bediening!)

5. ¡... impaciente con la devolución!

¡No sea impaciente con la devolución!
(Wees niet ongeduldig met de terugbetaling!)

6. ¡... en la excursión guiada!

¡No os perdáis en la excursión guiada!
(Vertaling laden...)

7. ¡... siguiendo las instrucciones!

¡No nos perdamos siguiendo las instrucciones!
(Vertaling laden...)

8. ¡... en el bosque!

¡No se pierdan en el bosque!
(Vertaling laden...)

Oefening 6: De gebiedende wijs (negatief): onregelmatige werkwoorden

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

te pierdas, compruebe, perdamos, os sintáis, sean, vayas, ponga, pongamos, seáis, piensen

1. Poner (Usted): ¡No ... la dirección de Marta en el GPS!

Poner (Usted): ¡No ponga la dirección de Marta en el GPS!
(Zet (U) niet het adres van Marta in de GPS!)

2. Ser (Vosotros): ¡No ... tímidos y pedid ayuda!

Ser (Vosotros): ¡No seáis tímidos y pedid ayuda!
(Zijn (Jullie): Wees niet verlegen en vraag om hulp!)

3. Ir (Tú): ¡No ... a hacer una llamada con otro teléfono!

Ir (Tú): ¡No vayas a hacer una llamada con otro teléfono!
(Ga (Jij): Ga niet een andere telefoon gebruiken om te bellen!)

4. Perderse (Tú): ¡No ... en la ciudad sin mirar un plano!

Perderse (Tú): ¡No te pierdas en la ciudad sin mirar un plano!
(Verliezen (Jij): Verlies jezelf niet in de stad zonder een kaart te bekijken!)

5. Ser (Ustedes): ¡No ... tan confiados, comprueben bien los detalles.

Ser (Ustedes): ¡No sean tan confiados, comprueben bien los detalles.
(Wees (U): Wees niet zo goedgelovig, controleer de details goed.)

6. Sentirse (Vosotros): ¡No ... perdidos, mejor preguntad por la dirección.

Sentirse (Vosotros): ¡No os sintáis perdidos, mejor preguntad por la dirección.
(Voel jezelf (Jullie): Voel jezelf niet verloren, vraag liever de weg.)

7. Perder (Nosotros): ¡No ... nuestro seguro de viaje!

Perder (Nosotros): ¡No perdamos nuestro seguro de viaje!
(Verliezen (Wij): Laten wij onze reisverzekering niet verliezen!)

8. Pensar (Ustedes): ¡No ... en usar mi teléfono!

Pensar (Ustedes): ¡No piensen en usar mi teléfono!
(Denken (jullie): Denk er niet aan om mijn telefoon te gebruiken!)

9. Comprobar (Usted): ¡No ... la dirección, ya lo he hecho!

Comprobar (Usted): ¡No compruebe la dirección, ya lo he hecho!
(Controleer (u): Controleer het adres niet, ik heb het al gedaan!)

10. Poner (Nosotros): ¡No ... nuestra información personal en la página web.

Poner (Nosotros): ¡No pongamos nuestra información personal en la página web.
(Zetten (Wij): Laten we onze persoonlijke informatie niet op de webpagina zetten.)

Oefening 7: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. verlaat jezelf niet door naar de receptie te zoeken!
¡no se pierda buscando la recepción!
2. Vraag om hulp als je de weg niet weet.
Pide ayuda si no te sabes el camino.
3. Zoek naar de reisverzekeringen die medische dekking omvatten.
Busca los seguros de viaje que incluyen la cobertura médica.
4. Geef niet te veel geld uit op de reiswebsite!
¡No gastes demasiado dinero en la página web de viajes!
5. Webpagina's zijn erg nuttig om informatie te zoeken.
Las páginas web son muy útiles para buscar información.
6. De app is erg handig voor het plannen van de reis.
La app es muy útil para planificar el viaje.
7. Geef geen geld uit aan onnodige dingen.
No gastes dinero en cosas innecesarias.
8. Laat de telefoons niet in de hotelkamer liggen.
No dejes los teléfonos en la habitación del hotel.