10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.6: Op hotel

En el hotel

A2.6: Op hotel

Leerdoelen:

  • Realiza tu registro de entrada y salida del hotel (Doe je hotel inchecken en uitchecken)
  • Pida información en la recepción (Vraag om informatie bij de receptie)
  • El imperativo negativo: los verbos regulares (Het negatieve imperatief: de regelmatige werkwoorden)
  • El Camino de Santiago: Alojamiento en albergues (El Camino de Santiago: Accommodatie in herbergen)

Leermodule 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Werkwoordvervoegingstabellen

Tener (hebben)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • ¡no tengas! heb niet
  • ¡no tenga! hij/zij heeft niet
  • ¡no tengamos! laten we niet hebben
  • ¡no tengáis! jullie hebben niet
  • ¡no tengan! zij/jullie hebben niet

Estar (zijn)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • ¡no estés! je/jij bent niet
  • ¡no esté! wees niet
  • ¡no estemos! laten we niet zijn
  • ¡no estéis! jullie zijn niet
  • ¡no estén! zij zijn niet

Parecer (verschijnen)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • ¡no parezcas! verschijn niet!
  • ¡no parezca! verschijn niet!
  • ¡no parezcamos! laten we niet verschijnen
  • ¡no parezcáis! jullie verschijnen niet
  • ¡no parezcan! zij/ze verschijnen niet

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Tener (Imperativo negativo, imperativo), Parecer (Imperativo negativo, imperativo), Estar (Imperativo negativo, imperativo)

1. ¡... afuera por la noche!

¡No estéis afuera por la noche!
(Wees 's nachts niet buiten!)

2. ¡... roto el carné de identidad!

¡No tengan roto el carné de identidad!
(Vertaling laden...)

3. ¡... cancelada la reserva!

¡No tengamos cancelada la reserva!
(Laten we de reservering niet geannuleerd hebben)

4. ¡... demasiado equipaje!

¡No tengáis demasiado equipaje!
(Heb niet te veel bagage!)

5. ¡... roto el carné de conducir!

¡No tengas roto el carné de conducir!
(Heb je rijbewijs niet kapot!)

6. ¡... desorganizados en el aeropuerto!

¡No parezcamos desorganizados en el aeropuerto!
(Laten we er niet ongeorganiseerd uitzien op het vliegveld!)

7. ¡... cansados durante el viaje!

¡No parezcan cansados durante el viaje!
(Vertaling laden...)

8. ¡... tan desinteresado en la reunión!

¡No parezcas tan desinteresado en la reunión!
(Zie er niet zo ongeïnteresseerd uit tijdens de vergadering!)

9. ¡... en el aeropuerto tan temprano!

¡No estemos en el aeropuerto tan temprano!
(Laten we niet zo vroeg op de luchthaven zijn!)

10. ¡... tan seguros sin haber revisado la reserva!

¡No parezcáis tan seguros sin haber revisado la reserva!
(Lijk niet zo zeker zonder de reservering te hebben gecontroleerd!)