10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.15: Wandelen en bergen

Senderismo y montañas

A2.15: Wandelen en bergen

Leerdoelen:

  • Terminología de senderismo (Wandelterminologie)
  • Escalar una montaña (Een berg beklimmen)
  • Los adjetivos posesivos detrás del sustantivo (Bezittelijke voornaamwoorden achter het zelfstandig naamwoord)
  • Los Pirineos y la Sierra Nevada (De Pyreneeën en de Sierra Nevada)

Leermodule 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Kernwoordenschat (15)

 El lago: Het meer (Spaans)

La vista desde el lago es muy bonita.

(Het uitzicht vanaf het meer is erg mooi.)

El lago

(Het meer)

 La montaña: De berg (Spaans)

La vista desde la montaña es impresionante.

(Het uitzicht vanaf de berg is indrukwekkend.)

La montaña

(De berg)

 El río: De rivier (Spaans)

Caminamos junto al río durante nuestra ruta por la montaña.

(We liepen langs de rivier tijdens onze tocht door de bergen.)

El río

(De rivier)

 Caminar (lopen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Él/ella camina por la playa todos los días.

(Hij/zij loopt elke dag over het strand.)

Caminar

(Lopen)

 Pisar (betreden) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Nosotros pisamos las hojas secas en el bosque.

(Wij stappen op de droge bladeren in het bos.)

Pisar

(Betreden)

 Subir (omhooggaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vosotros subís el camino para ver el río desde arriba..

(Jullie lopen het pad omhoog om de rivier van bovenaf te zien.)

Subir

(Omhooggaan)

 Hacer senderismo: Wandelen in de bergen (Spaans)

Hoy hacemos senderismo en la montaña.

(Vandaag wandelen we in de bergen.)

Hacer senderismo

(Wandelen in de bergen)

 Las botas de montaña: De bergschoenen (Spaans)

La bota de montaña cómoda hace el camino más fácil.

(De comfortabele bergschoen maakt de weg makkelijker.)

Las botas de montaña

(De bergschoenen)

 El camino: De weg (Spaans)

Camina por el camino hasta la cima de la montaña.

(Loop over het pad naar de top van de berg.)

El camino

(De weg)

 La ruta: De route (Spaans)

Pisa con cuidado a lo largo de la ruta bonita para admirar las vistas.

(Loop voorzichtig langs de mooie route om van het uitzicht te genieten.)

La ruta

(De route)

 La vista: Het uitzicht (Spaans)

Desde la montaña, admiramos la vista impresionante.

(Vanaf de berg bewonderden we het indrukwekkende uitzicht.)

La vista

(Het uitzicht)

 El pico: de piek (Spaans)

La vista desde el pico de la montaña es impresionante.

(Het uitzicht vanaf de top van de berg is indrukwekkend.)

El pico

(De piek)

 Cómodo: Comfortabel (Spaans)

El camino cómodo en la montaña facilita hacer senderismo.

(Het comfortabele pad in de bergen vergemakkelijkt het wandelen.)

Cómodo

(Comfortabel)

 Ligero: licht (Spaans)

El equipaje en el senderismo debe ser más ligero que en otras actividades.

(De bagage bij het wandelen moet lichter zijn dan bij andere activiteiten.)

Ligero

(Licht)

 Pesado: zwaar (Spaans)

El pico de la montaña es muy pesado.

(De top van de berg is heel lastig.)

Pesado

(Zwaar)

Woordenlijst (20)

Kernwoordenschat (15): Werkwoorden: 3, Bijvoeglijke naamwoorden: 3, Zelfstandige naamwoorden: 8, Zinnen / woordcombinatie: 1
Contextwoordenschat: 5

Spaans Nederlands
Caminar Lopen
Cómodo Comfortabel
El camino De weg
El lago Het meer
El pico De piek
El río De rivier
Hacer senderismo Wandelen in de bergen
La montaña De berg
La ruta De route
La vista Het uitzicht
Lagos Meren
Las botas de montaña De bergschoenen
Ligero Licht
Montañas Bergen
Pesado Zwaar
Pisar Betreden
Refugios Schuilplaatsen
Subir Omhooggaan
Valles Valleien
Vistas Uitzichten