10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.34: Huishoudelijke apparaten - herhalingsoefeningen

De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.

Bereid je les voor door een zelfstudievideo te kijken, een werkblad te downloaden, of online te studeren met de oefeningen op de grammaticapagina.

Grammatica onderwerpen die eerder behandeld zijn

Lesmateriaal Audio Acties
A1.32.2: "Haber" vs "Estar" : artículo indeterminado vs determinado "Haber" vs "Estar": onbepaald lidwoord vs bepaald lidwoord
Type: Zinnen / woordcombinaties
Hoofdstuk: Muebles (Meubilair)
Niveau: A1
Module 5 (A1): En casa (Thuis)

Audio with translations
Audio with translations

A1.31.2: Haber (Hay) + artículo indeterminado Haber (Hay) + onbepaald lidwoord
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Partes de la casa (Delen van het huis)
Niveau: A1
Module 5 (A1): En casa (Thuis)

Audio with translations
Audio with translations

A1.30.2: Adverbios de modo Manierbijwoorden
Type: Bijwoorden
Hoofdstuk: Salud y Bienestar (Gezondheid)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.29.2: El participio pasado como adjetivo Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Estado físico y sensaciones. (Fysieke toestanden en sensaties)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.28.2: Los superlativos relativos De relatieve superlatieven
Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Carácter y personalidad (Karakter en persoonlijkheid)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.27.2: Los adjetivos demostrativos De aanwijzende voornaamwoorden
Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Todo tipo de formas (Vormen en vormen)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.26.2: Los adjetivos comparativos De vergelijkende bijvoeglijke naamwoorden
Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Sentidos y percepción (Zintuigen en waarnemen)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.25.2: Diferencia entre ser vs estar Verschil tussen ser en estar
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Emociones y sentimientos (Emoties en gevoelens)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.24.2: Expresar gustos y disgustos: (no) me gusta Uitdrukken van voorkeuren en afkeuren: ik vind het (niet) leuk
Type: Zinnen / woordcombinaties
Hoofdstuk: Colores (Kleuren)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.23.2: La concordancia de los adjetivos De overeenstemming van de bijvoeglijke naamwoorden
Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: Apariencia física (Fysiek en uiterlijk)
Niveau: A1
Module 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Audio with translations
Audio with translations

A1.22.2: El plural de los sustantivos Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Partes del cuerpo (Lichaamsdelen)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.21.2: Los verbos modales (deber, poder, querer...) Modale werkwoorden (moeten, kunnen, willen...)
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Ropa (Kleding)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.20.2: Los verbos con cambios de raíz De werkwoorden met stamveranderingen
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Hacer la compra (Boodschappen doen)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.19.2: Adverbios de cantidad Bijwoorden van hoeveelheid
Type: Bijwoorden
Hoofdstuk: Precios y dinero (Prijzen en geld)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.18.2: Palabras interrogativas Vragende woorden
Type: Vragen
Hoofdstuk: Preguntar cosas (Dingen vragen)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.17.2: Obligaciones - "hay que, tener que, deber" Verplichtingen - "hay que, tener que, deber"
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Cocinar (Koken)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.16.2: Verbos y pronombres reflexivos Reflexieve werkwoorden en voornaamwoorden
Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Rutinas diarias (Dagelijkse routines)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.15.2: Las conjunciones ("y, o,...") De voegwoorden ("y, o,...")
Type: Voegwoord
Hoofdstuk: Alimentación diaria (Dagelijks eten)
Niveau: A1
Module 3 (A1): Día a día (Dag tot dag)

Audio with translations
Audio with translations

A1.14.2: ¿Cómo se forman las fechas? Hoe worden data gevormd?
Type: Voorzetsels
Hoofdstuk: Fechas del calendario y días festivos. (Kalenderdata en feestdagen)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.13.2: ¿Cómo decir la hora? Hoe zeg je de tijd?
Type: Zinnen / woordcombinaties
Hoofdstuk: Decir la hora y leer el reloj. (Hoe laat is het? De klok lezen.)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.12.2: Los números ordinales De rangtelwoorden
Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Números ordinales (Rangtelwoorden)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.11.2: "Ir + a" + infinitivo "Ir + a" + infinitivo
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Estaciones, meses y partes del año. (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.10.2: Adjetivos derivados de un sustantivo Van een zelfstandig naamwoord afgeleide bijvoeglijke naamwoorden
Type: Bijvoeglijke naamwoorden
Hoofdstuk: El clima y el tiempo (Het weer)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.9.2: Preposiciones: indicar momentos del día Voorzetsels: aangeven van momenten van de dag
Type: Voorzetsels
Hoofdstuk: Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)
Niveau: A1
Module 2 (A1): De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.8.2: Conjugación de verbos regulares: "-ar, -er, -ir" Vervoeging van regelmatige werkwoorden: "-ar, -er, -ir"
Type: Werkwoorden
Hoofdstuk: Amor y amistad (Liefde en vriendschap)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.7.2: Palabras interrogativas ( "dónde, cuál, qué" ) Vragende woorden ("dónde, cuál, qué")
Type: Vragen
Hoofdstuk: Profesiones y estudios (Beroepen en studies)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.6.2: Palabras interrogativas ("Cuánto" y "Cuándo") Vragende woorden ("Cuánto" en "Cuándo")
Type: Vragen
Hoofdstuk: Decir tu edad (Je leeftijd zeggen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.5.2: Los adjetivos posesivos De bezittelijke voornaamwoorden
Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Familia (Familie)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.4.1: Números cardinales: básicos Kardinale getallen: basis
Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Números y contar (Cijfers en tellen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.4.2: Números cardinales: centenas, miles, millones Hoofdtelwoorden: honderden, duizenden, miljoenen
Type: Nummers
Hoofdstuk: Números y contar (Cijfers en tellen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.4.3: Números cardinales: decenas Cardinale getallen: tientallen
Type: Nummers
Hoofdstuk: Números y contar (Cijfers en tellen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.3.2: Los artículos en español De lidwoorden in het Spaans
Type: Lidwoord
Hoofdstuk: ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.3.3: El género de los sustantivos Het geslacht van zelfstandige naamwoorden
Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.2.2: El alfabeto Het alfabet
Type: Zelfstandige naamwoorden
Hoofdstuk: Decir tu nombre (Je naam zeggen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.2.3: La pronunciación De uitspraak
Type: Alfabet
Hoofdstuk: Decir tu nombre (Je naam zeggen)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations

A1.1.1: Los pronombres personales (de sujeto) De persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp)
Type: Voornaamwoorden
Hoofdstuk: Saludos y despedidas (Groeten en afscheid)
Niveau: A1
Module 1 (A1): Presentarse (Jezelf voorstellen)

Audio with translations
Audio with translations