10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.29: Fysieke toestanden en sensaties

Estados físicos y sensaciones

A1.29: Fysieke toestanden en sensaties

Leerdoelen:

  • Expresar necesidades básicas. (Basisbehoeften uiten.)
  • Describe tu estado físico. (Vertel hoe je je voelt.)
  • El participio pasado como adjetivo (Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord)
  • La siesta: descanso y bienestar en España (De siësta: rust en welzijn in Spanje)

Leermodule 4 (A1): Describir objetos y personas. (Objecten en mensen beschrijven)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten

Werkwoordvervoegingstabellen

Cuidarse (voorzichzelf zorgen)

Oefeningen en voorbeeldzinnen

  • yo me cuido ik zorg voor mezelf
  • tú te cuidas jij zorgt voor jezelf
  • él/ella se cuida hij zorgtvoorzichzelf
  • nosotros/nosotras nos cuidamos wij zorgen voor onszelf
  • vosotros/vosotras os cuidáis jullie zorgen voorzichzelf
  • ellos/ellas se cuidan zij zorgen voorzichzelf

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Cuidarse (Presente, indicativo)

1. ¿Vosotros ... solos?

¿Vosotros os cuidáis solos?
(Zorgen jullie voor jezelf?)

2. Él ... todos los días.

Él se cuida todos los días.
(Hij zorgt voor zichzelf elke dag.)

3. Yo ... mucho.

Yo me cuido mucho.
(Ik zorg voor mezelf.)

4. Ellos ... entre ellos.

Ellos se cuidan entre ellos.
(Zij zorgen voor zichzelf.)

5. ¿Tú ... bien?

¿Tú te cuidas bien?
(Zorg je goed voor jezelf?)

6. Nosotros ... juntos.

Nosotros nos cuidamos juntos.
(Wij zorgen voor onszelf.)