Stel jezelf zelfverzekerd voor

Pedro stelt zich voor aan zijn klasgenoten in de klas.

Cuento corto: Preséntate con confianza

Pedro se presenta delante de sus compañeros en la clase.

 Stel jezelf zelfverzekerd voor

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)

Les 2: Decir tu nombre (Je naam zeggen)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Tekst en vertaling

1. Pedro se presenta en la clase. Pedro stelt zich voor in de klas.
2. Dice: "¡Hola!" Zegt: "Hallo!"
3. Todos le saludan. Iedereen groet hem.
4. Él dice su nombre completo. Hij zegt zijn volledige naam.
5. Dice: "Me llamo Pedro Pérez Rodríguez". Zegt: "Ik heet Pedro Pérez Rodríguez."
6. Tiene un apellido muy común en España. Hij heeft een achternaam die heel gebruikelijk is in Spanje.
7. Él dice su apodo a los compañeros. Hij zegt zijn bijnaam aan de klasgenoten.
8. Sus amigos y familia le llaman Pedrito. Zijn vrienden en familie noemen hem Pedrito.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Cuáles son los apellidos de Pedro?
  2. Wat zijn de achternamen van Pedro?
  3. Verdadero / falso: "Pedro no tiene apodo".
  4. Waar / niet waar: "Pedro heeft geen bijnaam."
  5. ¿Cómo te presentas tú en español?
  6. Hoe stel jij jezelf voor in het Spaans?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

nombre, llamo, Dice, se presenta, llaman, apellido

1.
Sus amigos y familia le ... Pedrito.
(Zijn vrienden en familie noemen hem Pedrito.)
2.
Dice: "Me ... Pedro Pérez Rodríguez".
(Hij zegt: "Ik heet Pedro Pérez Rodríguez.")
3.
Él dice su ... completo.
(Hij zegt zijn volledige naam.)
4.
...: "¡Hola!"
(Hij zegt: "Hallo!")
5.
Pedro ... en la clase.
(Pedro stelt zich voor in de klas.)
6.
Tiene un ... muy común en España.
(Hij heeft een heel veel voorkomende achternaam in Spanje.)