10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Onvoorspelbaar weer: nuttige uitdrukkingen om over het weer te praten

Ontdek een verrassende dag in een klein dorp waar het weer snel verandert.

Cuento corto: Clima impredecible: expresiones útiles para hablar del tiempo

Descubre un día sorprendente en un pequeño pueblo donde el clima cambia rápidamente.

Onvoorspelbaar weer: nuttige uitdrukkingen om over het weer te praten

A1 Spaans

Niveau: A1

Module 2: De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Les 10: El clima y el tiempo (Het weer)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Tekst en vertaling

1. En mi pueblo el clima cambia mucho. In mijn dorp verandert het klimaat veel.
2. Por la mañana hace sol y calor. In de ochtend is het zonnig en warm.
3. El cielo está despejado. De lucht is helder.
4. Luego aparecen nubes grises. Dan verschijnen er grijze wolken.
5. Hace viento y el tiempo es fresco. Het waait wind en het weer is fris.
6. El pronóstico dice que llega una tormenta. De voorspelling zegt dat er een storm aankomt.
7. Al mediodía llueve y todo está mojado. Op de middag regent het en alles is nat.
8. A veces hay nieve y granizo. Soms is er sneeuw en hagel.
9. Al atardecer aparece un arcoíris en el cielo. In de avondschemering verschijnt er een regenboog aan de hemel.
10. Por la noche hay niebla y no se ve nada. 's Avonds is er mist en je ziet niets.
11. ¡El tiempo en el pueblo siempre es una sorpresa! Het weer in het dorp is altijd een verrassing!

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué tiempo hace por la mañana? A) Sol B) Nubes C) Sol y nubes
    2. Hoe is het weer 's ochtends? A) Zon B) Wolken C) Zon en wolken
  2. ¿Qué prevee el pronóstico? A) Lluvia V) Tormenta B) Sol
    3. Wat voorspelt de voorspelling? A) Regen V) Storm B) Zon
  3. ¿Cuándo para la lluvia? A) Al atardecer B) Por la noche B) Por la tarde
    4. Wanneer stopt de regen? A) Bij zonsondergang B) 's Avonds B) In de middag
  4. ¿Qué sale después de la lluvia en el cielo? A) Sol B) Nubes C) Arcoíris
    5. Wat verschijnt er na de regen in de lucht? A) Zon B) Wolken C) Regenboog

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

nubes, sol, tormenta, llueve, viento, cielo

1.
Al mediodía ... y todo está mojado.
(Rond het middaguur regent het en alles is nat.)
2.
El pronóstico dice que llega una ....
(De voorspelling zegt dat er een storm aankomt.)
3.
Hace ... y el tiempo es fresco.
(Het waait en het weer is fris.)
4.
El ... está despejado.
(De lucht is helder.)
5.
Por la mañana hace ... y calor.
(In de ochtend is het zonnig en warm.)
6.
Luego aparecen ... grises.
(Dan verschijnen er grijze wolken.)