10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A2.31.2 Het combineren van directe en indirecte objecten

Korte uitleg over hoe directe en indirecte objecten te combineren in het Spaans.

Gramática: Combinando objetos directo e indirecto

A2 Spaans Directe en indirecte objecten

Niveau: A2

Module 4: Trabajar y estudiar (Werk en studie)

Les 31: Organización y delegación (Organisatie en delegatie)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Het indirecte voornaamwoord "me, te, le, nos, os, les" komt voor het directe "me, te, lo, nos, os, los".
  2. Afhankelijk van de vorm van het werkwoord, staan de voornaamwoorden ervoor of erachter.
  3. Bij de negatieve imperatief staan de voornaamwoorden vóór het werkwoord.
UsoObjeto indirectoObjeto directoEjemplo
Con un verbo conjugadomeloEl líder me lo dijo a tiempo. (De leider zei het me het op tijd.)
Con el infinitivo 

te

os

lo

lo

Voy a completar el correo electrónico y enviártelo. (Ik ga de e-mail invullen en het je sturen.)

Después de completar este correo os lo voy a enviar. (Nadat ik deze e-mail heb voltooid, ga ik het jullie sturen.)

Con el gerundio

te

lo

lo

lo

Estoy comunicándotelo. (Ik ben het je aan het vertellen.)

Te lo estoy comunicando. (Ik vertel het je.)

Con el imperativomelasCompleta las tareas urgentes y dámelas. (Voltooi de dringende taken en geef ze me.)
Oraraciones de negación

se

me

lo

los

No se lo he dicho todavía. (Ik heb het hem nog niet verteld.)

No me los envíes. (Stuur ze me niet.)

Uitzonderingen!

  1. De voornaamwoorden "le" en "les" veranderen in "se" wanneer ze gevolgd worden door "lo", "la", "los" en "las". Voorbeeld: "No se lo digas a Amalia."
  2. Vormen van infinitief, gerundium of imperatief gecombineerd met voornaamwoorden hebben vaak een accent.

Oefening 1: Het combineren van directe en indirecte objecten

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

se lo, se, melos, se la, os lo, Nos lo, me, melas, me lo, Te la

1. ¿Has realizado las tareas pendientes? Envía..., por favor.

¿Has realizado las tareas pendientes? Envíamelas, por favor.
(Heb je de taken die openstaand zijn gedaan? Stuur ze alsjeblieft naar me toe.)

2. Voy a enviarle el correo electrónico al jefe y ... lo voy a enviar urgentemente.

Voy a enviarle el correo electrónico al jefe y se lo voy a enviar urgentemente.
(Ik ga de e-mail naar de baas sturen en ik ga het dringend sturen.)

3. No me digas que la responsabilidad del proyecto es grande. Ya ... has dicho antes.

No me digas que la responsabilidad del proyecto es grande. Ya me lo has dicho antes.
(Zeg me niet dat de verantwoordelijkheid voor het project groot is. Dat heb je me al eerder gezegd.)

4. El proyecto está realizado. El líder ... ha dicho a su equipo esta mañana.

El proyecto está realizado. El líder se lo ha dicho a su equipo esta mañana.
(Het project is uitgevoerd. De leider heeft het vanmorgen aan zijn team verteld.)

5. Tenemos unos correos urgentes. Por favor, mánda... ahora porque tengo que leerlos.

Tenemos unos correos urgentes. Por favor, mándamelos ahora porque tengo que leerlos.
(We hebben een paar dringende e-mails. Stuur ze me alsjeblieft nu, want ik moet ze lezen.)

6. El líder ya nos ha informado sobre la reunión. ... está recordando hoy también.

El líder ya nos ha informado sobre la reunión. Nos lo está recordando hoy también.
(De leider heeft ons al geïnformeerd over de vergadering. Hij herinnert ons er vandaag ook aan.)

7. Os informé sobre el proyecto pendiente y ... expliqué en detalle.

Os informé sobre el proyecto pendiente y os lo expliqué en detalle.
(Ik informeerde jullie over het lopende project en legde het jullie in detail uit.)

8. Tengo una nueva tarea. El líder ... la acaba de dar.

Tengo una nueva tarea. El líder me la acaba de dar.
(Ik heb een nieuwe taak. De leider heeft me die net gegeven.)

9. Esta notificación es importante, por eso ya ... he mandado a mis compañeros.

Esta notificación es importante, por eso ya se la he mandado a mis compañeros.
(Deze kennisgeving is belangrijk, daarom heb ik die al naar mijn collega's gestuurd.)

10. Yo ya tengo esta notificación. ¿Tú no? ... envío por correo electrónico.

Yo ya tengo esta notificación. ¿Tú no? Te la envío por correo electrónico.
(Ik heb deze melding al. Jij niet? Ik stuur deze naar je per e-mail.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. Melos
(Ze)
2. Os lo
(Het jullie)
3. Melas
(Stuur ze me)
4. Nos lo
(Hij herinnert ons eraan)
5. Se la
(Het)
6. Se
(Ik)
7. Te la
(Ik stuur het je)
8. Me
(Mij)