10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans B1.1.1 Een bericht op het antwoordapparaat

Tijdens het telefoontje tussen Pedro en Ana ontstaat er een probleem.

Diálogo: Un mensaje en el contestador

Durante la llamada entre Pedro y Ana surge un problema.

Spaans B1.1.1 Een bericht op het antwoordapparaat

B1 Spaans

Niveau: B1

Module 1: Charlas y conversaciones (Kletspraat en gesprekken)

Les 1: Hablando por teléfono (Praten aan de telefoon)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio met vertalingen

Gesprek

1. Pedro: ¿Diga? ¿Con quién hablo? (Vertaling laden...)
2. Ana: Hola soy Ana. ¿Estás ocupado? (Vertaling laden...)
3. Pedro: No te oigo bien. Creo que la señal está mal. (Vertaling laden...)
4. Ana: Puedo colgar y volver a llamarte. (Vertaling laden...)
5. Pedro: Es mejor que cuelgues y dejes un mensaje en el contestador. (Vertaling laden...)
6. Ana: Entonces te dejo un mensaje con un recado. (Vertaling laden...)
7. Pedro: No te olvides de contestar. Es algo importante. (Vertaling laden...)
8. Ana: ¡Vale! Espero tu llamada más tarde. (Vertaling laden...)

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Cuál es el problema de llamada? A) No se oye bien B) Hay mala señal C) Se ha equivocado de número
  2. Wat is het probleem met de oproep? A) Het is moeilijk te horen B) Er is een slecht signaal C) U heeft het verkeerde nummer gebeld
  3. ¿Cómo respondes cuando descuelgas el teléfono en tu idioma?
  4. Hoe neem je de telefoon op in je taal?
  5. ¿Prefieres llamar por teléfono o enviar un mensaje de texto? ¿Por qué?
  6. Heb je liever dat ik je bel of een sms stuur? Waarom?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

colgar, ¿Diga?, recado, señal, ¿Estás ocupado?

1.
Entonces te dejo un mensaje con un ....
(Dan laat ik je een bericht met een boodschap achter.)
2.
Hola soy Ana. ...
(Hallo, ik ben Ana. Ben je bezig?)
3.
... ¿Con quién hablo?
(Hallo, met wie spreek ik?)
4.
Puedo ... y volver a llamarte.
(Ik kan ophangen en je terugbellen.)
5.
No te oigo bien. Creo que la ... está mal.
(Ik hoor je niet goed. Ik denk dat het signaal slecht is.)

Oefening 3: Orden de tekst

Instructie: Nummeer de zinnen in de juiste volgorde en lees hardop voor.

Toon vertaling
3
... No te oigo bien. Creo que la señal está mal.
(Ik hoor je niet goed. Ik denk dat het signaal slecht is.)
2
... Hola soy Ana. ¿Estás ocupado?
(Hallo, ik ben Ana. Ben je bezig?)
5
... Es mejor que cuelgues y dejes un mensaje en el contestador.
(Het is beter dat je ophangt en een bericht op het antwoordapparaat achterlaat.)
4
... Puedo colgar y volver a llamarte.
(Ik kan ophangen en je terugbellen.)
7
... No te olvides de contestar. Es algo importante.
(Vergeet niet om te antwoorden. Het is iets belangrijks.)
1
1 ¿Diga? ¿Con quién hablo?
(Hallo, met wie spreek ik?)
6
... Entonces te dejo un mensaje con un recado.
(Dan laat ik je een bericht met een boodschap achter.)
8
8 ¡Vale! Espero tu llamada más tarde.
(Oké! Ik wacht op je telefoontje later.)