Ver (zien) - Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

 Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ver - Vervoeging van zien in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voltooide tegenwoordige, indicatieve tijd (Pretérito perfecto, indicativo).

Pretérito perfecto, indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Ver (zien) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)

Vervoeging van zien in Pretérito perfecto

Spaans Nederlands
yo he visto ik heb gezien
tú has visto jij hebt gezien
él/ella ha visto hij heeft gezien
nosotros/nosotras hemos visto wij hebben gezien
vosotros/vosotras habéis visto jullie hebben gezien
ellos/ellas han visto zij hebben gezien

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
He visto el amanecer hoy. Ik heb de zonsopgang vandaag gezien.
Has visto a tu familia el lunes. Je hebt je familie maandag gezien.
Ha visto el atardecer el domingo. Hij heeft zondag de zonsondergang gezien.
Hemos visto a los primos ayer. We hebben gisteren de neven gezien.
Habéis visto la película el sábado. Jullie hebben zaterdag de film gezien.
Han visto la iglesia en el mediodía. Ze hebben de kerk om twaalf uur 's middags gezien.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

he visto, has visto, habéis visto, han visto, ha visto, hemos visto

1.
... a tu familia el lunes.
(Je hebt je familie maandag gezien.)
2.
... el amanecer hoy.
(Ik heb de zonsopgang vandaag gezien.)
3.
... la iglesia en el mediodía.
(Ze hebben de kerk om twaalf uur 's middags gezien.)
4.
... el atardecer el domingo.
(Hij heeft zondag de zonsondergang gezien.)
5.
... a los primos ayer.
(We hebben gisteren de neven gezien.)
6.
... la película el sábado.
(Jullie hebben zaterdag de film gezien.)