Venir (komen) - Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

 Venir (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Venir - Vervoeging van Komen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de gebiedende wijs, gebiedende wijs tijd (Imperativo, imperativo).

Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

Alle vervoegingen en tijden: Venir (komen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - ¿De dónde eres? (Waar kom je vandaan?)

Vervoeging van komen in de gebiedende wijs

Spaans Nederlands
¡Ven! jij kom
¡Venga! Kom!
¡Vengamos! Laten we komen
¡Venid! jullie komen
¡Vengan! zij komen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
¡Ven a España este verano! Kom naar Spanje deze zomer!
¡Venga a conocer España! Kom Spanje ontdekken!
¡Vengamos a vivir en Francia! Laten we in Frankrijk gaan wonen!
¡Venid a descubrir Italia! Kom ontdekken Italië!
¡Vengan a aprender el idioma! Kom leren de taal!

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

vengan, venga, venid, vengamos, ven

1.
¡... a descubrir italia!
(Kom Italië ontdekken!)
2.
¡... a conocer españa!
(Kom naar Spanje!)
3.
¡... a españa este verano!
(Kom deze zomer naar Spanje!)
4.
¡... a aprender el idioma!
(Kom de taal leren!)
5.
¡... a vivir en francia!
(Laten we in Frankrijk gaan wonen!)