Traer (brengen) - Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs) Delen Gekopieerd!

Traer - Vervoeging van Brengen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de verleden tijd, indicatieve wijs (Pretérito indefinido, indicativo).
Pretérito indefinido, indicativo (Onvoltooid verleden tijd, aantonende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Traer (brengen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Electrodomésticos (Huishoudelijke apparaten)
Vervoeging van traer in Pretérito indefinido
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo traje | ik bracht |
tú trajiste | jij bracht |
él/ella trajo | hij bracht |
nosotros/nosotras trajimos | wij brachten |
vosotros/vosotras trajisteis | jullie brachten |
ellos/ellas trajeron | zij brachten |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Yo traje la plancha nueva. | Ik bracht het nieuwe strijkijzer. |
Tú trajiste el microondas azul. | Je bracht de blauwe magnetron. |
Ella trajo el lavaplatos moderno. | Zij bracht de moderne vaatwasser mee. |
Nosotros trajimos la secadora. | Wij brachten de droger. |
Vosotros trajisteis el horno grande. | Jullie brachten de grote oven. |
Ellos trajeron el frigorífico blanco. | Zij brachten de witte koelkast. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
trajeron, trajiste, trajimos, trajo, trajisteis, traje
1.
Ella ... el lavaplatos moderno.
(Zij bracht de moderne vaatwasser mee.)
2.
Vosotros ... el horno grande.
(Jullie brachten de grote oven.)
3.
Ellos ... el frigorífico blanco.
(Zij brachten de witte koelkast.)
4.
Yo ... la plancha nueva.
(Ik bracht het nieuwe strijkijzer.)
5.
Tú ... el microondas azul.
(Je bracht de blauwe magnetron.)
6.
Nosotros ... la secadora.
(Wij brachten de droger.)