Preguntar (vragen) - Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

 Preguntar (vragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Preguntar - Vervoeging van vragen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de gebiedende wijs, gebiedende wijs tijd (Imperativo, imperativo).

Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

Alle vervoegingen en tijden: Preguntar (vragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Preguntar cosas (Dingen vragen)

Vervoeging van vragen in de gebiedende wijs

Spaans Nederlands
¡Pregunta! jij vraagt
¡Pregunte! hij vraagt
¡Preguntemos! wij vragen
¡Preguntad! jullie vragen
¡Pregunten! zij vragen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
¡Pregunta cuánto cuesta la tapa! Vraag hoeveel de tapa kost!
¡Pregunte qué hora es ahora! Vraag hoe laat het nu is!
¡Preguntemos dónde vive Marta! Laten we vragen waar Marta woont!
¡Preguntad cuándo empieza la clase! vragen jullie wanneer de les begint
¡Pregunten cómo se hace el gazpacho! vraag hoe je gazpacho maakt

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

pregunte, preguntemos, pregunta, preguntad, pregunten

1.
¡... cuánto cuesta la tapa!
(Vraag hoeveel de tapa kost!)
2.
¡... qué hora es ahora!
(Vraag hoe laat het nu is!)
3.
¡... dónde vive marta!
(Laten we vragen waar Marta woont!)
4.
¡... cómo se hace el gazpacho!
(Vraag hoe je gazpacho maakt!)
5.
¡... cuándo empieza la clase!
(Vraag wanneer de les begint!)