Pedir (vragen) - Condicional simple, indicativo (Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, aantonende wijs)

 Pedir (vragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Pedir - Vervoeging van vragen in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de voorwaardelijke wijs, indicatieve tijd (Condicional simple, indicativo).

Condicional simple, indicativo (Onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd, aantonende wijs)

Alle vervoegingen en tijden: Pedir (vragen) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Preguntar cosas (Dingen vragen)

Vervoeging van vragen in de voorwaardelijke wijs

Spaans Nederlands
yo pediría ik zou vragen
tú pedirías jij zou vragen
él/ella pediría hij zou vragen
nosotros/nosotras pediríamos wij zouden vragen
vosotros/vosotras pediríais jullie zouden vragen
ellos/ellas pedirían zij zouden vragen

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
¿A quién debería pediría la receta? Ik zou vragen aan wie ik het recept zou moeten vragen.
¿Cómo pedirías el gazpacho? jij zou het gazpacho vragen
Él pediría repetir la pregunta. Hij zou vragen om de vraag te herhalen.
¿Cuándo pediríamos más información? Wij zouden meer informatie vragen
¿Dónde pediríais las tapas hoy? Zouden jullie de tapas vandaag vragen?
Ellos pedirían el menú por favor. Zij zouden het menu vragen alstublieft.

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

pediríamos, pedirían, pediría, pediríais, pedirías

1.
¿A quién debería ... la receta?
(Aan wie zou ik om het recept moeten vragen?)
2.
¿Cómo ... el gazpacho?
(Hoe zou je om de gazpacho vragen?)
3.
Él ... repetir la pregunta.
(Hij zou vragen om de vraag te herhalen.)
4.
¿Cuándo ... más información?
(Wanneer zouden we om meer informatie vragen?)
5.
¿Dónde ... las tapas hoy?
(Waar zouden jullie vandaag de tapas bestellen?)
6.
Ellos ... el menú por favor.
(Zij zouden het menu vragen alstublieft.)