Necesitar (nodig hebben) - Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs) Delen Gekopieerd!

Necesitar - Vervoeging van 'nodig hebben' in het Spaans: vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de aanvoegende wijs, aanvoegende tijd (Subjuntivo presente, subjuntivo).
Subjuntivo presente, subjuntivo (Aanvoegende wijs tegenwoordige tijd, aanvoegende wijs)
Alle vervoegingen en tijden: Necesitar (nodig hebben) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen
Lesprogramma: Spaanse les - Hacer la compra (Boodschappen doen)
Vervoeging van nodig hebben in de Tegenwoordige Tijd van de Aanvoegende Wijs
Spaans | Nederlands |
---|---|
yo necesite | ik heb nodig |
tú necesites | jij nodig hebt |
él/ella necesite | hij nodig heeft |
nosotros/nosotras necesitemos | wij nodig hebben |
vosotros/vosotras necesitéis | jullie hebben nodig |
ellos/ellas necesiten | zij nodig hebben |
Voorbeeldzinnen
Spaans | Nederlands |
---|---|
Es importante que yo necesite ayuda. | Het is belangrijk dat ik hulp nodig heb. |
Espero que tú necesites el libro para estudiar. | Ik hoop dat je het boek nodig hebt om te studeren. |
Es posible que él necesite descansar. | Het is mogelijk dat hij moet rusten. |
Es fundamental que nosotros necesitemos más tiempo. | Het is essentieel dat wij meer tijd nodig hebben. |
Quiero que vosotros necesitéis hablar con él. | Ik wil dat jullie hem nodig hebben te spreken. |
Es necesario que ellas necesiten trabajar más. | Het is nodig dat zij meer moeten werken. |
Oefening: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies de juiste vorm.
necesiten, necesitéis, necesites, necesitemos, necesite
1.
Es importante que yo ... ayuda.
(Het is belangrijk dat ik hulp nodig heb.)
2.
Espero que tú ... el libro para estudiar.
(Ik hoop dat je het boek nodig hebt om te studeren.)
3.
Es posible que él ... descansar.
(Het is mogelijk dat hij moet rusten.)
4.
Es fundamental que nosotros ... más tiempo.
(Het is essentieel dat wij meer tijd nodig hebben.)
5.
Es necesario que ellas ... trabajar más.
(Het is nodig dat zij meer moeten werken.)
6.
Quiero que vosotros ... hablar con él.
(Ik wil dat jullie hem nodig hebben te spreken.)