Ir (gaan) - Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

 Ir (gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Ir - Vervoeging van Gaan in het Spaans: Vervoegingstabel, voorbeelden en oefeningen in de gebiedende wijs, gebiedende wijs tijd (Imperativo, imperativo).

Imperativo, imperativo (Imperatief, imperatief)

Alle vervoegingen en tijden: Ir (gaan) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Lesprogramma: Spaanse les - Estaciones, meses y partes del año. (Seizoenen, maanden en delen van het jaar)

Vervoeging van gaan in de gebiedende wijs

Spaans Nederlands
¡Ve! hij gaat
¡Vaya! wij gaan
¡Vayamos! Laten we gaan
¡Id! zij gaan
¡Vayan! zij gaan

Voorbeeldzinnen

Spaans Nederlands
¡Ve al parque este verano! ga naar het park deze zomer!
¡Vaya a la playa en julio! ga naar het strand in juli
¡Vayamos al campo en primavera! Laten we in de lente naar het platteland gaan!
¡Id a ver la nieve en enero! Gaan jullie in januari naar de sneeuw kijken!
¡Vayan a disfrutar el otoño en octubre! Ga genieten van de herfst in oktober!

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies de juiste vorm.

Toon vertaling Toon antwoorden

ve, vaya, vayamos, id, vayan

1.
¡... al campo en primavera!
(Laten we in de lente naar het platteland gaan!)
2.
¡... a disfrutar el otoño en octubre!
(Ga van oktober genieten van de herfst!)
3.
¡... a la playa en julio!
(Ga in juli naar het strand!)
4.
¡... al parque este ...rano!
(Ga naar het park deze zomer!)
5.
¡... a ver la nieve en enero!
(Ga in januari sneeuw kijken!)