Gastar (uitgeven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Vervoeging van gastar (uitgeven) voor alle werkwoordstijden met voorbeeldzinnen en oefeningen.

 Gastar (uitgeven) - Werkwoordsvervoeging en oefeningen

Leermaterialen die dit werkwoord implementeren:

Niveau: B1

Module 5: Vida adulta (Volwassen leven)

Les 30: Presupuesto personal (Persoonlijk budget)

Basiswerkwoordsvormen

Infinitivo (Infinitief) Gerundio (Deelwoord) Participio (Deelwoord)
Gastar (Uitgeven) Gastando (aan het uitgeven) Gastado (uitgegeven)

Gastar (Uitgeven): Werkwoordvervoegingstabellen

Indicativo (Aantonende wijs) Subjuntivo (Aanvoegende wijs)

Presente 

Spaans Nederlands
yo gasto ik geef uit
tú gastas jij geeft uit
él/ella gasta hij/zij geeft uit
nosotros/nosotras gastamos wij geven uit
vosotros/vosotras gastáis jullie geven uit
ellos/ellas gastan zij geven uit

Pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
yo he gastado ik heb uitgegeven
tú has gastado jij hebt uitgegeven
él/ella ha gastado hij/zij heeft uitgegeven
nosotros/nosotras hemos gastado wij hebben uitgegeven
vosotros/vosotras habéis gastado jullie hebben uitgegeven
ellos/ellas han gastado zij hebben uitgegeven

Subjuntivo presente 

Spaans Nederlands
yo gaste ik geef uit
tú gastes jij geeft uit
él/ella gaste hij/zij geeft uit
nosotros/nosotras gastemos wij geven uit
vosotros/vosotras gastéis jullie geven uit
ellos/ellas gasten zij geven uit

Subjuntivo pretérito perfecto 

Spaans Nederlands
yo haya gastado ik heb uitgegeven
tú hayas gastado jij hebt uitgegeven
él/ella haya gastado hij/zij heeft uitgegeven
nosotros/nosotras hayamos gastado wij hebben uitgegeven
vosotros/vosotras hayáis gastado jullie hebben uitgegeven
ellos/ellas hayan gastado zij hebben uitgegeven

Pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
yo gastaba ik gaf uit
tú gastabas jij gaf uit
él/ella gastaba hij/zij gaf uit
nosotros/nosotras gastábamos wij gaven uit
vosotros/vosotras gastabais jullie gaven uit
ellos/ellas gastaban zij gaven uit

Pretérito pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
yo había gastado ik had uitgegeven
tú habías gastado jij had uitgegeven
él/ella había gastado hij/zij had uitgegeven
nosotros/nosotras habíamos gastado wij hadden uitgegeven
vosotros/vosotras habíais gastado jullie hadden uitgegeven
ellos/ellas habían gastado zij hadden uitgegeven

Subjuntivo pretérito imperfecto 

Spaans Nederlands
yo gastara/gastase ik zou uitgeven
tú gastaras/gastases jij zou uitgeven
él/ella gastara/gastase hij zou uitgeven
nosotros/nosotras gastáramos/gastásemos wij zouden uitgeven
vosotros/vosotras gastarais/gastaseis jullie zou uitgeven
ellos/ellas gastaran/gastasen zij zouden uitgeven

Subjuntivo pluscuamperfecto 

Spaans Nederlands
yo hubiera/hubiese gastado ik zou hebben uitgegeven
tú hubieras/hubieses gastado jij zou hebben uitgegeven
él/ella hubiera/hubiese gastado hij zou hebben uitgegeven
nosotros/nosotras hubiéramos/hubiésemos gastado wij zouden hebben uitgegeven
vosotros/vosotras hubierais/hubieseis gastado jullie zouden hebben uitgegeven
ellos/ellas hubieran/hubiesen gastado zij zouden hebben uitgegeven

Pretérito indefinido 

Spaans Nederlands
yo gasté ik gaf uit
tú gastaste jij gaf uit
él/ella gastó hij/zij gaf uit
nosotros/nosotras gastamos wij gaven uit
vosotros/vosotras gastasteis jullie gaven uit
ellos/ellas gastaron zij gaven uit

Pretérito anterior 

Spaans Nederlands
yo hube gastado ik had uitgegeven
tú hubiste gastado jij had uitgegeven
él/ella hubo gastado hij had uitgegeven
nosotros/nosotras hubimos gastado wij hadden uitgegeven
vosotros/vosotras hubisteis gastado jullie hadden uitgegeven
ellos/ellas hubieron gastado zij hadden uitgegeven

Subjuntivo futuro simple 

Spaans Nederlands
yo gastare ik zal uitgeven
tú gastares jij zult uitgeven
él/ella gastare hij/zij zal uitgeven
nosotros/nosotras gastáremos wij zullen uitgeven
vosotros/vosotras gastareis jullie zullen uitgeven
ellos/ellas gastaren zij zouden uitgeven

Subjuntivo futuro perfecto 

Spaans Nederlands
yo hubiere gastado ik zou hebben uitgegeven
tú hubieres gastado jij/u zou hebben uitgegeven
él/ella hubiere gastado hij/zij zal hebben uitgegeven
nosotros/nosotras hubiéremos gastado wij zouden hebben uitgegeven
vosotros/vosotras hubiereis gastado jullie zullen hebben uitgegeven
ellos/ellas hubieren gastado zij zouden hebben uitgegeven

Futuro simple 

Spaans Nederlands
yo gastaré ik zal uitgeven
tú gastarás jij zult uitgeven
él/ella gastará hij/zij zal uitgeven
nosotros/nosotras gastaremos wij zullen uitgeven
vosotros/vosotras gastaréis jullie zullen uitgeven
ellos/ellas gastarán zij zullen uitgeven

Futuro perfecto 

Spaans Nederlands
yo habré gastado ik zal hebben uitgegeven
tú habrás gastado jij zult hebben uitgegeven
él/ella habrá gastado hij/zij zal hebben uitgegeven
nosotros/nosotras habremos gastado wij zullen hebben uitgegeven
vosotros/vosotras habréis gastado jullie zullen hebben uitgegeven
ellos/ellas habrán gastado zij zullen hebben uitgegeven
Imperativo (Imperatief)

Imperativo 

Spaans Nederlands
Gasta! geef uit
Gaste! geef uit
Gastemos! Laten we uitgeven!
Gastad! Geef uit!
Gasten! Zij geven uit!

Imperativo negativo 

Spaans Nederlands
No gastes! Geef niet uit!
No gaste! Niet uitgeven!
No gastemos! Laten we niet uitgeven!
No gastéis! Geef niet uit!
No gasten! Geef niet uit!

Condicional simple 

Spaans Nederlands
yo gastaría ik zou uitgeven
tú gastarías jij zou uitgeven
él/ella gastaría hij/zij zou uitgeven
nosotros/nosotras gastaríamos wij zouden uitgeven
vosotros/vosotras gastaríais jullie zouden uitgeven
ellos/ellas gastarían zij zouden uitgeven

Condicional perfecto 

Spaans Nederlands
yo habría gastado ik zou hebben uitgegeven
tú habrías gastado jij zou hebben uitgegeven
él/ella habría gastado hij/zij zou hebben uitgegeven
nosotros/nosotras habríamos gastado wij zouden hebben uitgegeven
vosotros/vosotras habríais gastado jullie zouden hebben uitgegeven
ellos/ellas habrían gastado zij zouden hebben uitgegeven

Tegenwoordige en toekomstige tijden: A1

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Wij zullen de voedingsstoffen uitgeven in een gebalanceerd dieet.
Gastaremos los nutrientes en una alimentación equilibrada.
2. Ik zal veel tijd in de kliniek uitgeven.
Gastaré mucho tiempo en la clínica.
3. Jij zal de vitaminen uitgeven aan een voedingssupplement.
Gastarás las vitaminas en un suplemento nutritivo.
4. Hij zal de calorieën uitgeven in een professionele carrière.
Gastará las calorías en una carrera profesional.
5. Wij geven uit aan voedingssupplementen om het dieet te verbeteren.
Nosotros gastamos en suplementos nutritivos para mejorar la dieta.

Basis verleden tijd (A2/B1)

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Ik heb veel uitgegeven aan de zorgverzekering.
He gastado mucho en el seguro de salud.
2. Hij/zij heeft het geld aan de vitaminen uitgegeven.
Ha gastado el dinero en las vitaminas.
3. Zij gaven energie uit aan de professionele loopbaan.
Ellos gastaron energía en la carrera profesional.
4. Jij gaf al je geld uit in de supermarkt.
Gastaste todo tu dinero en el supermercado.
5. Hij gaf elke ochtend het supplement uit om de stofwisseling te verbeteren.
Él gastaba el suplemento cada mañana para mejorar el metabolismo.

Basis subjunctief oefeningen: B1

Oefening: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

gastáramos/gastásemos, gastes, gasten, gastara/gastase, gastarais/gastaseis

1.
Es posible que ellas ... más nutrientes de lo necesario.
(Zij geven misschien meer voedingsstoffen uit dan nodig.)
2.
Si vosotros ... menos en productos publicitarios, vuestra empresa sería más rentable.
(Als jullie minder zouden uitgeven aan reclamedoeleinden, zou jullie bedrijf winstgevender zijn.)
3.
Es importante que no ... toda la energía en un solo ejercicio.
(Het is belangrijk dat jij niet al je energie uitgeeft aan één enkele oefening.)
4.
Si yo ... menos en comida rápida, podría ahorrar más.
(Als ik minder aan fastfood zou uitgeven, zou ik meer kunnen sparen.)
5.
Si nosotros ... más tiempo en la higiene personal, nos sentiríamos más frescos.
(Als wij meer tijd aan persoonlijke hygiëne zouden besteden, zouden we ons frisser voelen.)

Gevorderde oefeningen: C1/C2

Oefening: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Ik hoop dat ik minder calorieën heb uitgegeven dan nodig.
Espero que haya gastado menos calorías de las necesarias.
2. Nadat ik in de zon had gelegen, realiseerde ik me dat ik alle crème had uitgegeven.
Después de tomar el sol, me di cuenta de que hube gastado toda la crema.
3. Hij/zij had verwacht dat zij meer vitamines voor haar gezondheid had uitgegeven.
Esperaba que ella hubiera/hubiese gastado más vitaminas para su salud.
4. Het is waarschijnlijk dat ze meer aan preventie hebben uitgegeven tijdens de pandemie.
Es probable que hayan gastado más en prevención durante la pandemia.
5. Jullie dachten dat jullie alle vezels zou hebben uitgegeven als jullie thuis hadden gekookt.
Pensasteis que hubierais/hubieseis gastado toda la fibra si hubierais cocinado en casa.