Animales de granja
Leerdoelen:
- Aprende los nombres de los animales de la granja (Leer de namen van de boerderijdieren)
-
La diferencia entre
"por qué" y"porque" (Het verschil tussen "por qué" en "porque") - El toro de lidia: una tradición en la cultura española (De vechtstier: een traditie in de Spaanse cultuur)
Leermodule 2 (A2): Naturaleza y medio ambiente (Natuur en milieu)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Het platteland , Het varken , Voeden , De kip , Het paard , De koe
Antwoorden
Score: 0/6
El campo | (Het platteland) |
El cerdo | (Het varken) |
La vaca | (De koe) |
El caballo | (Het paard) |
Alimentar | (Voeden) |
La gallina | (De kip) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
La granja
|
(De boerderij) |
2.
El pato
|
(De eend) |
3.
El toro
|
(De stier) |
4.
La gallina
|
(De kip) |
5.
Alimentar
|
(Voeden) |
6.
El animal
|
(Het dier) |
7.
La cabra
|
(De geit) |
8.
El caballo
|
(Het paard) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingAlimentar (Presente, indicativo)
1. Yo ... a las vacas en el campo.
2. Ellos ... al pato.
3. Él ... a los toros por la mañana.
4. Nosotros ... a las gallos por la tarde.
5. Vosotros ... a los animales de la granja.
6. Tú ... al cerdo todos los días.
Oefening 6: Het verschil tussen "por qué" en "porque"
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingpor qué, Por qué, porque
1. ¿... el pato no come hoy?
2. El cerdo duerme mucho ... está cansado después de correr.
3. ¿... la cabra no bebe agua hoy?
4. Alimentamos al gallo tarde ... no tiene hambre ahora.
5. No sé ... las ovejas siempre están con las cabras.
6. Los patos no vienen ... quieren estar en el agua.
7. El toro está fuerte ... come mucho.
8. Alimentamos al caballo primero ... tiene hambre.
9. ¿... la gallina no está fuera?
10. No entiendo ... la vaca está en el campo sola.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden