Alquila tu transporte
Leerdoelen:
- Alquila un coche, una bicicleta o un patinete (Huur een auto, een fiets of een scooter)
- Alquila y negocia durante tus vacaciones (Huur en onderhandel tijdens je vakantie)
- Las preposiciones "por" y "para" (De voorzetsels "por" en "para")
- El transporte en España (Het vervoer in Spanje)
Leermodule 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Gereserveerd , Te veel , Bevestigd , Gehuurd , Geannuleerd , De teruggave
Antwoorden
Score: 0/6
Reservado | (Gereserveerd) |
La devolución | (De teruggave) |
Demasiado | (Te veel) |
Alquilado | (Gehuurd) |
Confirmado | (Bevestigd) |
Cancelado | (Geannuleerd) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Cancelado
|
(Geannuleerd) |
2.
Confirmado
|
(Bevestigd) |
3.
Alquilado
|
(Gehuurd) |
4.
Roto
|
(Kapot) |
5.
Saber
|
(Weten) |
6.
El carné de conducir
|
(Het rijbewijs) |
7.
Reservado
|
(Gereserveerd) |
8.
La devolución
|
(De teruggave) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingNecesitar (Presente, indicativo), Viajar (Presente, indicativo)
1. Tú ... abrocharte el cinturón de seguridad.
2. Nosotros ... llenar la maleta con ropa interior.
3. Vosotros ... buscar vuestra habitación doble en el hostal.
4. Yo ... con mi pasaporte y mi dni.
5. Yo ... confirmar la reserva del vuelo.
6. Tú ... a lugares turísticos con la agencia de viajes.
7. Ellos ... comprar un billete para la excursión guiada.
8. Vosotras ... a madrid.
Oefening 6: De voorzetsels "por" en "para"
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingpara, por
1. Hemos llegado tarde ... un accidente esta mañana.
2. Han cancelado la reserva ... problemas técnicos.
3. Estamos viajando ... la ciudad en un coche alquilado.
4. Me hacen la devolución ... la mañana.
5. Estoy esperando la moto ... viajar al aeropuerto.
6. Vamos a recoger el coche alquilado ... la noche.
7. El servicio está cancelado ... todos los turistas mañana.
8. Necesito una bicicleta ... viajar este fin de semana a la playa.
9. El autobús que va ... el centro de la ciudad está cancelado.
10. La moto está reservada ... Juan.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden