A2.30: Meningen en onderhandelingen - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingLas, les pidáis, nos, muy, Pídele, mucho, los, la, están de acuerdo, muchas
1. Es ... importante tener una buena conexión para el teletrabajo.
2. Pedir (tú): ... ayuda a tu compañero.
3. Los clientes ... con imprimir los documentos en la nueva impresora.
4. A nosotros ... están enviando la lista de requisitos para el evento.
5. Pedir (vosotros, a ellas): No ... más ayuda. Os ayudan mucho.
6. Los certificado: Ella quiere aplicar... en su perfil profesional.
7. Utilizamos ... herramientas digitales durante las reuniones remotas.
8. La plataforma digital ofrece ... equipamiento para las videollamadas.
9. La experiencia: Ella ... tiene en este trabajo.
10. Las experiencias: ... organizo de una manera clara en mi currículum.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingNegociar (Presente, indicativo), Enviar (Pretérito perfecto, indicativo), Confirmar (Pretérito perfecto, indicativo), Enviar (Imperativo, imperativo), Comunicarse (Presente, indicativo), Preparar (Pretérito perfecto, indicativo), Aplicar (Pretérito perfecto, indicativo), Aceptar (Presente, indicativo)
1. Yo ... la maleta a la casa de mi madre.
2. Yo ... con la oficina de turismo.
3. Yo ... las condiciones.
4. Ellos ... las reglas en el trabajo.
5. Ellos ... todo para la fiesta sorpresa.
6. Nosotros ... los términos del contrato.
7. tú le ... el carné de identidad.
8. Nosotros ... las propuestas.
9. Tú ... la comida para la excursión.
10. Nosotras le ... el contrato a juan.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De baan , Het curriculum vitae , Accepteren , Memoreren , De uitrusting , De zaak , Steunen op , Zich communiceren , Een fout maken , Afdrukken
Antwoorden
Score: 0/10
Apoyarse | (Steunen op) |
El equipamiento | (De uitrusting) |
Cometer un error | (Een fout maken) |
Comunicarse | (Zich communiceren) |
El currículum | (Het curriculum vitae) |
El puesto de trabajo | (De baan) |
El negocio | (De zaak) |
Aceptar | (Accepteren) |
Memorizar | (Memoreren) |
Imprimir | (Afdrukken) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
La cita
|
(De afspraak) |
2.
El jefe
|
(De baas) |
3.
El compañero
|
(De teamgenoot) |
4.
Contratar
|
(Contracteren) |
5.
El uniforme
|
(Het uniform) |
6.
El negocio
|
(De zaak) |
7.
La multinacional
|
(De multinational) |
8.
Invitar
|
(Uitnodigen) |
9.
Enviar
|
(Verzenden) |
10.
Las herramientas
|
(De gereedschappen, Het gereedschap) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden