Buscando alojamiento
Leerdoelen:
- Buscando alojamiento (Op zoek naar accommodatie)
- Reservar una habitación o alojamiento (Boek een kamer of accommodatie)
-
Imperativo afirmativo informal:
"tú" y "vosotros" (Bevestigende informele imperatief: "tú" y "vosotros") -
El Albergue de San Antón : Un refugio en el Camino de Santiago (El Albergue de San Antón: Een toevluchtsoord op de Camino de Santiago)
Leermodule 1 (A2): Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De tweepersoonskamer , Het halfpension , Bevestigen , Inbegrepen , De eenpersoonskamer , De camping
Antwoorden
Score: 0/6
Confirmar | (Bevestigen) |
La habitación individual | (De eenpersoonskamer) |
La media pensión | (Het halfpension) |
Incluido | (Inbegrepen) |
La habitación doble | (De tweepersoonskamer) |
El camping | (De camping) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El camping
|
(De camping) |
2.
La media pensión
|
(Het halfpension) |
3.
Incluido
|
(Inbegrepen) |
4.
Confirmar
|
(Bevestigen) |
5.
Hacer una reserva
|
(Een reservering maken) |
6.
El alojamiento
|
(De accommodatie) |
7.
Buscar
|
(Zoeken) |
8.
El hostal
|
(Het hostel) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingHacer (Imperativo, imperativo), Reservar (Imperativo, imperativo), Venir (Imperativo, imperativo)
1. ¡... un plan para las vacaciones!
2. ¡... para la oficina de turismo!
3. ¡... una habitación doble!
4. ¡... el hostal para el próximo mes!
5. ¡... una excursión en las montañas!
6. ¡... temprano!
7. ¡... a la habitación ahora!
8. ¡... la habitación mañana!
Oefening 6: Bevestigende informele imperatief: "tú" y "vosotros"
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingReservad, Haced, Haz, Ven, Buscad, Venid, Confirma, Reserva, Confirmad, Busca
1. Hacer (Tú): ... una reserva en el camping para el fin de semana.
2. Buscar (Vosotros): ... un hostal con habitaciones dobles disponibles.
3. Reservar (Vosotros): ... la habitación doble con desayuno incluido.
4. Hacer (Vosotros): ... una lista de los alojamientos más bonitos.
5. Reservar (Tú): ... una habitación individual para esta noche.
6. Venir (Tú): ... al hostal para confirmar si la pensión completa está incluida.
7. Confirmar (Vosotros): ... cuántas habitaciones individuales hay en el camping.
8. Confirmar (Tú): ... si la pensión completa está incluida en el precio.
9. Buscar (Tú): ... una habitación doble con el desayuno incluido.
10. Venir (Vosotros): ... al camping para hacer la reserva de la habitación doble.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden