10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.29: Thuiswerken of op kantoor? - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

te, Me parece que no, Está mal, me, Pedidles

1. Negativo (estar): ... viajar sin confirmar la reserva de tu alojamiento.

Está mal viajar sin confirmar la reserva de tu alojamiento.
(Vertaling laden...)

2. Pedir (vosotros): ... a vuestros compañeros mejor comunicación.

Pedidles a vuestros compañeros mejor comunicación.
(Vertaling laden...)

3. ¿No te parece muy bajo el salario que ... están dando?

¿No te parece muy bajo el salario que te están dando?
(Vertaling laden...)

4. A mí ... mostraron todos los beneficios cuando firmé el contrato.

A mí me mostraron todos los beneficios cuando firmé el contrato.
(Vertaling laden...)

5. ... es bueno cerrar el negocio tan temprano. Podemos esperar más.

Me parece que no es bueno cerrar el negocio tan temprano. Podemos esperar más.
(Ik vind dat het niet goed is om de zaak zo vroeg te sluiten. We kunnen nog wachten.)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Nosotros invitamos a los vecinos a nuestra casa.
Wij nodigen de buren bij ons thuis uit.
2. Comuníquense bien con su equipo para que el trabajo en equipo sea más efectivo y solidario.
Communiceer goed met uw team zodat het teamwork effectiever en ondersteunend is.
3. Lo malo de los intercambios es que a veces puedes extrañar tu país, pero la aventura de conocer un nuevo idioma y una nueva cultura siempre vale la pena.
Het nadeel van uitwisselingen is dat je soms je land kunt missen, maar het avontuur van een nieuwe taal en een nieuwe cultuur leren kennen is altijd de moeite waard.
4. ¡comuniquémonos con la agencia de viajes para confirmar los detalles!
Laten we contact opnemen met het reisbureau om de details te bevestigen!
5. Él imprime el billete.
Hij print het ticket.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Hij accepteert het salaris.
Él acepta el salario.
2. Alles ging goed tijdens de uitwisseling.
Todo salió bien durante el intercambio.
3. Je hebt de documenten ondertekend voordat je vertrok.
Has firmado los documentos antes de salir.
4. Ik stuur de cv op omdat ik ervaring heb in de functie die ik heb gezien.
Envíe el currículum porque tengo experiencia en el puesto de trabajo que he visto.
5. leun in de juiste richting van de reis!
¡apóyese en la dirección correcta del viaje!