10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.28: Kantoor en vergaderingen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Pídele, Es bueno, Está bien, la, habéis sido

1. Ser (Vosotras): Desde siempre ... artistas talentosas.

Desde siempre habéis sido artistas talentosas.
(Vertaling laden...)

2. Positivo (estar): ... aprovechar la oportunidad de la beca para estudiar en el extranjero.

Está bien aprovechar la oportunidad de la beca para estudiar en el extranjero.
(Vertaling laden...)

3. La experiencia: Ella ... tiene en este trabajo.

Ella la tiene en este trabajo.
(Ze heeft haar in dit werk.)

4. Positivo (ser): ... confirmar todos los detalles de viaje antes de salir al extranjero.

Es bueno confirmar todos los detalles de viaje antes de salir al extranjero.
(Het is goed om alle reisgegevens te bevestigen voordat je naar het buitenland vertrekt.)

5. Pedir (tú): ... ayuda a tu compañero.

Pídele ayuda a tu compañero.
(Vraag je klasgenoot om hulp.)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Todo salió bien durante el intercambio.
Alles ging goed tijdens de uitwisseling.
2. Vosotros ganasteis la carrera de caballos en el campo.
Jullie hebben de paardenrace op het veld gewonnen.
3. Ha memorizado la dirección del hostal.
Hij heeft het adres van het hostel gememoriseerd.
4. Envía la carta de presentación junto con el currículum para aplicar al puesto de trabajo.
Stuur de sollicitatiebrief samen met het cv om te solliciteren naar de baan.
5. Os ayudáis mutuamente en el equipo para que no se cometa un error.
Jullie helpen elkaar binnen het team zodat er geen fout wordt gemaakt.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Hij heeft het adres van het hostel gememoriseerd.
Ha memorizado la dirección del hostal.
2. Tijdens de uitwisseling realiseerde ik me dat slecht het spreken van de taal een kans kan zijn om meer te leren.
Durante el intercambio, me di cuenta de que hablar el idioma mal puede ser una oportunidad para aprender más.
3. Wij hebben het contract naar Juan gestuurd.
Nosotras le hemos el contrato a juan.
4. Zij heeft een uitnodiging voor het feest gestuurd.
Ella ha mandado una invitación para la fiesta.
5. Jullie helpen elkaar binnen het team zodat er geen fout wordt gemaakt.
Os ayudáis mutuamente en el equipo para que no se cometa un error.