10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A2.26: Sollicitatiegesprek - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Es malo, jugasteis, escuchaban, En esa época, habló

1. Escuchar (ellos): Al principio, la historia era muy interesante y todos ... con atención.

Al principio, la historia era muy interesante y todos escuchaban con atención.
(Vertaling laden...)

2. Hablar (ella): La semana pasada la profesora ... conmigo sobre de las diferencias entre los dos personajes.

La semana pasada la profesora habló conmigo sobre de las diferencias entre los dos personajes.
(Vertaling laden...)

3. Jugar (vosotros): Al final, ...en casa.

Al final, jugasteisen casa.
(Vertaling laden...)

4. ... la gente se vestía de una manera muy diferente. Era una época especial.

En esa época la gente se vestía de una manera muy diferente. Era una época especial.
(Vertaling laden...)

5. Negativo (ser): ... no aprovechar la oportunidad de practicar el idioma durante tu intercambio.

Es malo no aprovechar la oportunidad de practicar el idioma durante tu intercambio.
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Envíe el currículum porque tengo experiencia en el puesto de trabajo que he visto.
Ik stuur de cv op omdat ik ervaring heb in de functie die ik heb gezien.
2. En los años ochenta, la gente se vestía diferente y a menudo veíamos modas muy coloridas.
In de jaren tachtig kleedden mensen zich anders en zagen we vaak zeer kleurrijke mode.
3. Anteriormente, la gente se divertía diferente en las décadas pasadas, a menudo organizaban grandes eventos.
Vroeger vermaakten mensen zich anders in de afgelopen decennia, ze organiseerden vaak grote evenementen.
4. Muchas veces, la moda en la década de los 80 era muy diferente a la actual.
Vaak was de mode in de jaren 80 heel anders dan nu.
5. He mandado mi currículum y la carta de presentación para el puesto de trabajo en la empresa de turismo.
Ik heb mijn cv en de sollicitatiebrief voor de functie bij het toerismebedrijf gestuurd.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. In het begin leek het personage in het verhaal mysterieus.
Al principio, el personaje del cuento parecía misterioso.
2. Zij heeft een uitnodiging voor het feest gestuurd.
Ella ha mandado una invitación para la fiesta.
3. Hij verdween achter de struiken toen we naderden.
Él desaparecía detrás de los arbustos cuando nos acercamos.
4. Wij hebben de instructies toegepast om een reservering te maken.
Nosotros hemos aplicado las instrucciones para hacer una reserva.
5. Wij hebben het contract naar Juan gestuurd.
Nosotras le hemos el contrato a juan.