¿Qué acaba de pasar?
Leerdoelen:
- Describiendo eventos que han sucedido en el pasado reciente (Gebeurtenissen beschrijven die recent hebben plaatsgevonden)
- Expresiones temporales (Tijdelijke uitdrukkingen)
- La Lotería de Navidad: Un evento inolvidable (De Kerstloterij: Een onvergetelijk evenement)
Leermodule 3 (A2): El buen pasado (De goeie oude tijd)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Het evenement , Een poosje geleden , De reclame , Een half uur geleden , Belangrijk , Terugkeren
Antwoorden
Score: 0/6
Hace una media hora | (Een half uur geleden) |
Importante | (Belangrijk) |
Volver | (Terugkeren) |
La publicidad | (De reclame) |
Hace un rato | (Een poosje geleden) |
El evento | (Het evenement) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
La publicidad
|
(De reclame) |
2.
Hace un rato
|
(Een poosje geleden) |
3.
Hace una media hora
|
(Een half uur geleden) |
4.
Participar
|
(Deelnemen) |
5.
Hace poco
|
(Onlangs) |
6.
Importante
|
(Belangrijk) |
7.
El evento
|
(Het evenement) |
8.
Volver
|
(Terugkeren) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingDescubrir (Pretérito perfecto, indicativo), Volver (Pretérito perfecto, indicativo)
1. Ellos ... un bonito lugar hace poco.
2. Ella ... una rosa en el jardín.
3. Ellos ... a descubrir la cascada en el bosque.
4. Vosotros ... un anuncio importante.
5. Hoy yo ... a subir la montaña.
6. Tú ... una cascada mientras caminabas.
7. Vosotros ... a compartir el anuncio de la empresa..
8. Nosotros ... un valle lleno de amapolas.
Oefening 6: Tijdelijke uitdrukkingen
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalinghace un rato, hace poco, Hace un momento, desde hace un tiempo, desde siempre, esta semana, este mes, Hoy
1. Participas en eventos importantes ..., ¿verdad? Has participado en muchos ya.
2. Esta semana ha sido muy buena. Hemos vuelto a participar en la organización de la publicidad ....
3. ... he visto un anuncio sobre el evento. No han pasado ni cinco minutos.
4. Hemos vuelto del evento ....
5. ... he visto un anuncio muy importante. Tengo que leerlo durante el día.
6. Es un mes interesante. Ana ha descubierto muchas publicidades ...
7. A María siempre le han gustado los eventos. Le ha gustado participar en eventos importantes ....
8. ¿Has visto la publicidad ... o hace rato?
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden