A1.9: Dagen van de week en dagdelen - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingcomprende, Su, Nueve, vuestro, trabajamos, confía, Mis, Cuántos, trabajo, Cuándo
1. ... hermana trabaja en Madrid.
2. ¿... llegas a casa del trabajo?
3. Él ... en su amigo.
4. ... padres tienen un perro.
5. Ella ... a su esposo.
6. Nosotros ... en la oficina.
7. 9: ...
8. ¿... libros lees cada mes?
9. ¿Dónde vive ... primo?
10. Yo ... como médico.
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingComprender (Presente, indicativo), Trabajar (Presente, indicativo), Amar (Presente, indicativo), Preparar (Presente, indicativo), Tener (Presente, indicativo), Estudiar (Presente, indicativo), Decir (Presente, indicativo), Celebrar (Presente, indicativo)
1. Tú ... muy duro.
2. Él ... su victoria en el torneo.
3. Él ... dos hermanos.
4. Nosotros ... juntos en el proyecto.
5. Ellos ... el deporte.
6. Él ... a su perro.
7. Vosotros ... con el profesor de física.
8. Ellos ... la explicación.
9. Él ... matemáticas en la universidad.
10. Nosotros ... un picnic para el sábado.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De verjaardag , De tante , De advocaat , De moeder , Gefeliciteerd! , De kok , Tien , De echtgenoot , Vijf , Negen
Antwoorden
Score: 0/10
La tía | (De tante) |
La madre | (De moeder) |
El cocinero | (De kok) |
Nueve | (Negen) |
¡Felicidades! | (Gefeliciteerd!) |
El cumpleaños | (De verjaardag) |
Diez | (Tien) |
El esposo | (De echtgenoot) |
El abogado | (De advocaat) |
Cinco | (Vijf) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Mejores amigos
|
(Beste vrienden) |
2.
Tener
|
(Hebben) |
3.
Divorciarse
|
(Scheiden) |
4.
¡Feliz cumpleaños!
|
(Gefeliciteerd met je verjaardag!) |
5.
Casarse
|
(Trouwen) |
6.
La tía
|
(De tante) |
7.
El abuelo
|
(De grootvader) |
8.
El hijo
|
(De zoon) |
9.
Joven
|
(Jong) |
10.
La fiesta
|
(Het feest) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden