Música y arte
Leerdoelen:
- Hablar sobre música y arte (Praat over muziek en kunst)
- Diferentes formas de arte (Verschillende kunstvormen)
- Describir preferencias (Voorkeuren beschrijven)
- El Museo del Prado (Het Prado Museum)
Leermodule 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De kunst , Het theater , De show , De tentoonstelling , De bioscoop , Zingen
Antwoorden
Score: 0/6
Cantar | (Zingen) |
El teatro | (Het theater) |
El cine | (De bioscoop) |
El espectáculo | (De show) |
La exposición | (De tentoonstelling) |
El arte | (De kunst) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El cine
|
(De bioscoop) |
2.
El concierto
|
(Het concert) |
3.
Cantar
|
(Zingen) |
4.
El museo
|
(Het museum) |
5.
El arte
|
(De kunst) |
6.
El baile
|
(De dans) |
7.
El teatro
|
(Het theater) |
8.
El artista
|
(De kunstenaar) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingCantar (Pretérito perfecto, indicativo), Bailar (Pretérito perfecto, indicativo)
1. Nosotros ... con la madre de luis.
2. Vosotros ... en el cumpleaños.
3. Él ... en el parque.
4. Tú ... en la fiesta.
5. Ellos ... toda la noche.
6. Yo ... en la plaza con pedro.
7. Ellos ... en el restaurante.
8. Yo ... en la iglesia.
Oefening 6: Voorkeuren beschrijven
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingsí, odian, molesta, preferimos, amáis, también, Prefiero, tampoco, no
1. ¿No te gustan estos bailes? A mí ....
2. Nosotros ... ir al cine que ver una exposición.
3. ¿A Catarina le gusta el arte? A mí .... No me parece interesante.
4. No te interesan museos, ¿verdad? A mí ... me interesan.
5. Ana y Jaime ... ir a los conciertos.
6. Vosotros ... ver las exposiciones, ¿no?
7. ... ir al concierto que escuchar música en casa.
8. ¿A Amalia y a Eva les interesan bailes? ¡A mí ...!
9. ¿No te importa el cine? A mí .... Me encanta.
10. ¿A ti no te ... cuando canto?
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden