Describiendo aficiones
Leerdoelen:
- Habla sobre tus pasatiempos (Praat over je hobby's)
- Describe actividades que disfrutas (Beschrijf activiteiten die je leuk vindt)
- Planes de fin de semana en ciudades españolas (Weekendplannen in Spaanse steden)
- Adverbios de tiempo (Tijdsbepalende bijwoorden)
- Planes de fin de semana en ciudades españolas (Weekendplannen in Spaanse steden)
Leermodule 6 (A1): La ciudad y el pueblo (De stad en het dorp)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Kernwoordenschat (13)
Siempre leo un libro antes de dormir.
(Ik lees altijd een boek voordat ik ga slapen.)
El libro
(Het boek)
Ellos pintan la puerta de la biblioteca.
(Zij schilderen de deur van de bibliotheek.)
Pintar
(Schilderen)
Siempre escucho música en la biblioteca para no aburrirme.
(Ik luister altijd naar muziek in de bibliotheek om me niet te vervelen.)
La música
(De muziek)
Ana, coge el instrumento que quieras.
(Ana, pak het instrument dat je wilt.)
El instrumento
(Het instrument)
Siempre me ha gustado este dibujo.
(Ik heb altijd van deze tekening gehouden.)
El dibujo
(De tekening)
Siempre me gusta mirar la foto en mi libro de arte.
(Ik kijk altijd graag naar de foto in mijn kunstboek.)
La foto
(De foto)
A veces, me gusta ver una película en casa.
(Soms kijk ik graag een film thuis.)
La película
(De film)
Vosotros tocáis la flauta en la comisaría.
(Jullie spelen fluit in het politiebureau.)
Tocar
(Spelen)
Tú escuchas la clase en la universidad.
(Jij luistert naar de les aan de universiteit.)
Escuchar
(Luisteren)
Woordenlijst (23)
Kernwoordenschat
(13):
Werkwoorden: 6,
Zelfstandige naamwoorden: 7,
Contextwoordenschat:
10
Spaans | Nederlands |
---|---|
Cuadros | Schilderijen |
Dibujar | Tekenen |
El cuadro | Het schilderij |
El dibujo | De tekening |
El instrumento | Het instrument |
El libro | Het boek |
Escuchan | Ze luisteren |
Escuchar | Luisteren |
La foto | De foto |
La música | De muziek |
La película | De film |
Leen | Zij lezen |
Leer | Lezen |
Leído | Gelezen |
Museo | Museum |
Pintado | Geschilderd |
Pintan | Ze schilderen |
Pintar | Schilderen |
Sacamos | Halen wij |
Sacan | Maken |
Sacar | Nemen |
Tocar | Spelen |
Ver | Zien |