Cuidar de la mascota
Leerdoelen:
- Aprende los animales básicos (mascotas) (Leer de basisdieren (huisdieren))
-
Comparación y reciprocidad:
"este..otro / uno..otro" (Vergelijking en wederkerigheid: "este..otro / uno..otro") - El amor por las mascotas en España (De liefde voor huisdieren in Spanje)
Leermodule 5 (A1): En casa (Thuis)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 60 minuten
Oefeningen
Deze oefeningen kunnen tijdens conversatielessen samen gedaan worden of als huiswerk.
Oefening 1: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
De schildpad , Het konijn , Zitten , De wandeling , De vogel , Zorgen voor
Antwoorden
Score: 0/6
El pájaro | (De vogel) |
Sentarse | (Zitten) |
La tortuga | (De schildpad) |
El paseo | (De wandeling) |
Cuidar | (Zorgen voor) |
El conejo | (Het konijn) |
Oefening 2: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 3: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El gato
|
(De kat) |
2.
El pájaro
|
(De vogel) |
3.
Cepillar
|
(Borstelen) |
4.
Rápido
|
(Snel) |
5.
Cuidar
|
(Zorgen voor) |
6.
El conejo
|
(Het konijn) |
7.
El pez
|
(De vis) |
8.
El perro
|
(De hond) |
Oefening 4: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 5: Conjugación verbal
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingCepillar (Presente, indicativo), Cuidar (Presente, indicativo)
1. Él ... a los gatos de su vecina.
2. Vosotros ... a los conejos en el jardín.
3. Nosotros ... a los peces de maría mientras está de vacaciones.
4. Vosotros ... el pelo para la fiesta.
5. Yo ... al perro de ana.
6. Tú ... a la tortuga de juan.
7. Ella ... el pelo todos los días.
8. Yo ... el pelo delante del espejo.
Oefening 6: Vergelijking en wederkerigheid: "este..otro / uno..otro"
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingotras, uno, otros, otro, otra, Esta, Unos, Una, Estos
1. ... cepillan al perro, otros cuidan a los peces.
2. ... tortuga es vieja, la otra es joven.
3. Estos ratones son pequeños, los ... son grandes.
4. ... gatos necesitan una correa, los otros no.
5. ... perra es rápida, la otra prefiere sentarse tranquila.
6. Una chica pasea al perro, mientras ... cuida al gato.
7. Este perro es rápido, pero el ... es lento.
8. El pez y la tortuga necesitan cuidado, pero ... es más fácil de cuidar que el otro.
9. Unas mascotas son solitarias, ... no.
Oefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden