A1.34: Huishoudelijke apparaten - herhalingsoefeningen
De docent geeft aan het einde van elke les aan welke onderwerpen door elke student kunnen worden voorbereid. De oefeningen kunnen samen tijdens de les of als individuele lesvoorbereiding worden gedaan.
Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.
Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingHay, está, hay, agotados, lentamente, lesionada, con cuidado, fuertemente, las menos tímidas, hay un
1. La cama ... en el dormitorio.
2. Ellos se sienten ... del trabajo.
3. Allí ... armario .
4. Ana y María son ... de sus amigos, son muy abiertas.
5. Ella está ... y no puede ir a la escuela.
6. ... dos balcones.
7. Lento: La fiebre baja ... después de tomar el medicamento.
8. No ... pasillos en esta casa.
9. Fuerte: Me duele el cuerpo ....
10. Cuidado: Tengo que toser ....
Oefening 2: Werkwoordsvervoeging
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingAbrir (Presente, indicativo), Parecer (Presente, indicativo), Doler (Presente, indicativo), Fregar (Presente, indicativo), Cortar (Presente, indicativo), Cuidarse (Presente, indicativo), Cerrar (Presente, indicativo), Limpiar (Presente, indicativo)
1. Ella ... la tienda a las ocho.
2. Tú ... los vasos los fines de semana.
3. Nosotros ... los cuchillos juntos.
4. Ellos ... todo aunque estén cansados.
5. Vosotros ... interesados en la propuesta.
6. Ella ... feliz con su nuevo trabajo.
7. Ellos ... el negocio a las nueve.
8. Vosotros ... el jardín en primavera.
9. Yo ... mi habitación todos los días.
10. Él ... su escritorio antes de trabajar.
Oefening 3: Vind de woorden
Instructie: Vind de woorden, markeer ze en maak zinnen met de woorden.
Antwoorden tonen Toon hintsTips
Het bureau , Zich ontspannen , Het glas , De trap , Het tafelkleed , Sluiten , De lepel , De wastafel , De gang , Openen
Antwoorden
Score: 0/10
Cerrar | (Sluiten) |
El lavabo | (De wastafel) |
La copa | (Het glas) |
La cuchara | (De lepel) |
Relajarse | (Zich ontspannen) |
Abrir | (Openen) |
El mantel | (Het tafelkleed) |
El pasillo | (De gang) |
El escritorio | (Het bureau) |
La escalera | (De trap) |
Oefening 4: Zinnen herschikken
Instructie: De woorden in deze zinnen zijn gehusseld! Sorteer ze zodat ze weer een geldige zin vormen en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingOefening 5: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
El plato
|
(Het bord) |
2.
El dolor
|
(De pijn) |
3.
Hambre
|
(Honger) |
4.
El bol
|
(De kom) |
5.
El balcón
|
(Het balkon) |
6.
El escritorio
|
(Het bureau) |
7.
La mesa
|
(De tafel) |
8.
La cuchara
|
(De lepel) |
9.
Ayudar
|
(Helpen) |
10.
La habitación
|
(De kamer) |
Oefening 6: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoordenOefening 7: Vertaal en maak zinnen
Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.
Toon antwoorden