Spaans A1.26: Zintuigen en waarnemen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

alta, cuerpos, feo, saben, larga

1. Hoy mi pelo está ....

Hoy mi pelo está feo.

(Vertaling laden...)

2. Saber: Ellos no ... ponerse el gorro.

Ellos no saben ponerse el gorro.

(Vertaling laden...)

3. Ella es ..., mide casi dos metros.

Ella es alta, mide casi dos metros.

(Vertaling laden...)

4. El cuerpo: : Los ...

: Los cuerpos

(Vertaling laden...)

5. Él se afeita la barba ....

Él se afeita la barba larga.

(Vertaling laden...)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Nosotros llevamos unos guantes amarillos.

Wij dragen gele handschoenen.

2. Yo me seco después de ducharme.

Ik droog me af na het douchen.

3. Yo plancho mi camisa todos los días.

Ik strijk mijn overhemd elke dag.

4. Él se enfada por las pequeñas cosas.

Hij wordt boos om de kleine dingen.

5. Vosotros sonreís en las fotos.

Jullie lachen op de foto's.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Wij dragen gele handschoenen.

Nosotros llevamos unos guantes amarillos.

2. Hij wordt boos om de kleine dingen.

Él se enfada por las pequeñas cosas.

3. Jullie lachen op de foto's.

Vosotros sonreís en las fotos.

4. Wij houden van Spaans studeren.

A nosotros nos gusta estudiar español.

5. Ik strijk mijn overhemd elke dag.

Yo plancho mi camisa todos los días.