10K+ studenten - 4.8/5
Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A1.26: Zintuigen en waarnemen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

alta, cuerpos, feo, saben, larga

1.
Hoy mi pelo está ....
(Vandaag zit mijn haar niet goed.)
2. Saber:
Ellos no ... ponerse el gorro.
(Zij weten niet hoe ze de muts moeten opzetten.)
3.
Ella es ..., mide casi dos metros.
(Zij is lang, ze is bijna twee meter.)
4. El cuerpo :
Los ...
(De lichamen)
5.
Él se afeita la barba ....
(Hij scheert zijn lange baard.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Kies een woord, vertaal het en gebruik het woord in een zin of dialoog.

1

La nariz

De neus

2

El abrigo

De jas

3

Sonreír

Glimlachen

4

El cinturón

De riem

5

Mal

Slecht

Oefening 3: Werkwoordsvervoeging

Instructie: Kies het juiste werkwoord en de juiste tijd.

Toon vertaling Toon antwoorden

entiendo, odia, saben, les gusta, se maquillan

1.
Yo ... por qué estás triste.
(Ik begrijp waarom je verdrietig bent.)
2.
... describir las orejas bien.
(Ze kunnen de oren goed beschrijven.)
3.
Ellos ... para la obra de teatro.
(Zij maken zich op voor het toneelstuk.)
4.
Él ... pintar en azul.
(Hij heeft een hekel aan schilderen in blauw.)
5.
A ellos ... viajar por varios países.
(Zij reizen graag door verschillende landen.)

Oefening 4: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder.

1. Las gatas son grises y muy bonitas.
De poezen zijn grijs en erg mooi.
2. El perro está asustado por el ruido fuerte.
De hond is bang voor het harde geluid.
3. Nosotros compramos los pantalones ayer.
Wij kochten de broek gisteren.
4. Me gusta el color violeta de mi camisa.
Ik vind de violette kleur van mijn shirt mooi.
5. Ellos están felices con su trabajo.
Zij zijn blij met hun werk.