Spaans A1.24: Kleuren - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

pide, muchas, empieza, debe, mucha

1. Deber: Ella ... comprar un cinturón.

Ella debe comprar un cinturón.

(Vertaling laden...)

2. Tengo ... amigas.

Tengo muchas amigas.

(Vertaling laden...)

3. Ella ... ayuda para su tarea.

Ella pide ayuda para su tarea.

(Vertaling laden...)

4. Tengo ... energía.

Tengo mucha energía.

(Ik heb veel energie.)

5. Él ... a mezclar la harina.

Él empieza a mezclar la harina.

(Vertaling laden...)

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Tú compras la leche después del trabajo.

Jij koopt de melk na het werk.

2. Yo plancho mi camisa todos los días.

Ik strijk mijn overhemd elke dag.

3. Yo me seco después de ducharme.

Ik droog me af na het douchen.

4. Nosotros pagamos las compras del supermercado.

Wij betalen de boodschappen van de supermarkt.

5. Nosotros llevamos unos guantes amarillos.

Wij dragen gele handschoenen.

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Je moet de veiligheidsgordel vastmaken.

Tú necesitas abrocharte el cinturón de seguridad.

2. Ik droog me af na het douchen.

Yo me seco después de ducharme.

3. Wij betalen de boodschappen van de supermarkt.

Nosotros pagamos las compras del supermercado.

4. Jij koopt de melk na het werk.

Tú compras la leche después del trabajo.

5. De wijn kost minder dan verwacht.

El vino cuesta menos de lo esperado.