10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A1.22: Lichaamsdelen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

sabe, nada, repiten, Quiénes, mucha

1. Saber: Ella ... andar en zapatos de tacón.

Ella sabe andar en zapatos de tacón.
(Zij kan op hakken lopen.)

2. Tengo ... energía.

Tengo mucha energía.
(Vertaling laden...)

3. Ellos ... el proceso de batir los huevos.

Ellos repiten el proceso de batir los huevos.
(Vertaling laden...)

4. Esto no cuesta ....

Esto no cuesta nada.
(Vertaling laden...)

5. ¿... te ayudan en la cocina?

¿Quiénes te ayudan en la cocina?
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Nosotros llevamos unos guantes amarillos.
Wij dragen gele handschoenen.
2. Nosotros pagamos las compras del supermercado.
Wij betalen de boodschappen van de supermarkt.
3. Nosotros preguntamos si el museo está abierto.
Wij vragen of het museum open is.
4. ¿Cuándo vienes mañana?
Wanneer kom je morgen?
5. Vosotros respondéis con entusiasmo.
Jullie antwoorden enthousiast.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Hoeveel kost het brood in deze winkel?
¿Cuánto cuesta el pan en esta tienda?
2. Wanneer kom je morgen?
¿Cuándo vienes mañana?
3. Jij koopt de melk na het werk.
Tú compras la leche después del trabajo.
4. Zij koken voor het feest.
Ellos cocinan para la fiesta.
5. Wij dragen gele handschoenen.
Nosotros llevamos unos guantes amarillos.