10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A1.21: Kleding - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-herhalingsoefening (laatste 5 lessen)

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

se levantan, Debes, Cuándo, muchas, Hay que

1. ¿... te levantas por la mañana?

¿Cuándo te levantas por la mañana?
(Hoe laat sta je 's ochtends op?)

2. ... cocinar los tomates a baja temperatura.

Debes cocinar los tomates a baja temperatura.
(Vertaling laden...)

3. Tengo ... amigas.

Tengo muchas amigas.
(Vertaling laden...)

4. Ellos ... muy pronto por la mañana.

Ellos se levantan muy pronto por la mañana.
(Vertaling laden...)

5. ... usar harina para hacer pan.

Hay que usar harina para hacer pan.
(Vertaling laden...)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Ella pide permiso para salir.
Zij vraagt om toestemming om weg te gaan.
2. ¿Cuánto cuesta el pan en esta tienda?
Hoeveel kost het brood in deze winkel?
3. Vosotros soñáis con abrir vuestro propio negocio.
Jullie dromen ervan om jullie eigen bedrijf te openen.
4. Tú necesitas abrocharte el cinturón de seguridad.
Je moet de veiligheidsgordel vastmaken.
5. Tú siempre cenas con tu familia.
Jij dineert altijd met je familie.

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Wanneer kom je morgen?
¿Cuándo vienes mañana?
2. De wijn kost minder dan verwacht.
El vino cuesta menos de lo esperado.
3. Je mengt de thee met de honing.
Tú mezclas el té con la miel.
4. Waarom moet je zo vroeg opstaan?
¿Por qué tienes que levantarte tan temprano?
5. Welke ingrediënten heb je nodig voor het recept van vandaag?
¿Qué ingredientes necesitas para la receta de hoy?