10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

Spaans A1.2: Je naam zeggen - herhalingsoefeningen

Deze oefeningen kunnen samen met de docent worden gedaan om de les te beginnen.

Terug naar les

Deze oefeningen herhalen de laatste 5 lessen en kunnen aan het begin van de les of als huiswerk worden gedaan ter voorbereiding van de les.

Oefening 1: Grammatica-overzicht van les 1

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

Él, Yo, Ellos, Tú, Ella

1. ... es mi amiga.

Ella es mi amiga.
(Zij is mijn vriendin.)

2. ... eres mi amigo.

Tú eres mi amigo.
(Jij bent mijn vriend.)

3. ... es simpático.

Él es simpático.
(Hij is vriendelijk.)

4. ... son hermanos.

Ellos son hermanos.
(Zij zijn broers.)

5. ... hablo español.

Yo hablo español.
(Ik spreek Spaans.)

Oefening 2: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Buenas noches, ¿cómo estás?
Goedenavond, hoe gaat het?
2. Hola, buenos días, ¿cómo estás?
Hallo, goedemorgen, hoe gaat het?
3. Hasta luego, María.
Tot ziens, María.
4. Gracias, nos vemos mañana.
Bedankt, tot morgen.
5. Hola, ¿qué tal?
Hallo, hoe gaat het?

Oefening 3: Vertaal en maak zinnen

Instructie: Vertaal de woorden en zinnen hieronder en gebruik ze in een gesprek of tekst.

1. Hallo, goedemorgen, hoe gaat het?
Hola, buenos días, ¿cómo estás?
2. Bedankt, tot morgen.
Gracias, nos vemos mañana.
3. Hij is mijn vriend.
Él es mi amigo.
4. Goedenavond, hoe gaat het?
Buenas noches, ¿cómo estás?
5. Tot ziens, María.
Hasta luego, María.