Spaans A2.12.1 Juan deed vrijwilligerswerk in Madrid

Een kort verhaal over een jongen die zijn ervaring tijdens zijn vrijwilligerswerk in Madrid vertelt.

Cuento corto: Juan hizo un voluntariado en Madrid

Una corta historia sobre un chico que cuenta su experiencia durante su voluntariado en Madrid.

Spaans A2.12.1 Juan deed vrijwilligerswerk in Madrid

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 2: El buen pasado (De goeie oude tijd)

Les 12: Mi tiempo en la escuela (Mijn tijd op school)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. El año pasado Juan estuvo en Madrid por unos meses. Vorig jaar was Juan een paar maanden in Madrid.
2. Compartió piso con otros estudiantes y exploró la ciudad con ellos. Deelde een flat met andere studenten en verkende de stad met hen.
3. Al recordarlo anteayer, supo que ese tiempo fue muy especial. Toen hij zich dat eergisteren herinnerde, wist hij dat die tijd heel bijzonder was.
4. Durante el verano anterior hizo un voluntariado en una pequeña ciudad. Tijdens de vorige zomer deed hij vrijwilligerswerk in een kleine stad.
5. Fue un voluntariado temporal pero él quiso ayudar todo lo que pudo. Het was een vrijwilligerswerk van tijdelijke aard, maar hij wilde helpen zoveel als hij kon.
6. Como voluntario puso mucho trabajo en cada proyecto. Als vrijwilliger stak hij veel werk in elk project.
7. Se sintió relacionado con la comunidad e hizo mucho. Hij voelde zich verbonden met de gemeenschap en deed veel.
8. La experiencia fue increíble. De ervaring was ongelooflijk.
9. Dijo que ese trabajo temporal fue el mejor de su vida. Hij zei dat dat tijdelijke werk het beste van zijn leven was.
10. Ahora siempre piensa en ese verano. Nu denkt hij altijd aan die zomer.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Dónde estuvo Juan el año pasado?
  2. Waar was Juan vorig jaar?
  3. ¿Qué hizo durante el verano?
  4. Wat deed hij tijdens de zomer?
  5. ¿Cómo le pareció la experiencia?
  6. Hoe vond hij de ervaring?
  7. ¿Has vivido en un piso compartido alguna vez?
  8. Heb je ooit in een gedeeld appartement gewoond?
  9. ¿Has hecho un voluntariado alguna vez?
  10. Heb jij ooit vrijwilligerswerk gedaan?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

experiencia, anteayer, temporal, Compartió piso, voluntario, anterior

1.
Durante el verano ... hizo un voluntariado en una pequeña ciudad.
(Tijdens de vorige zomer deed hij vrijwilligerswerk in een kleine stad.)
2.
Como ... puso mucho trabajo en cada proyecto.
(Als vrijwilliger stak hij veel werk in elk project.)
3.
Al recordarlo ..., supo que ese tiempo fue muy especial.
(Toen hij het eergisteren herinnerde, wist hij dat die tijd heel bijzonder was.)
4.
La ... fue increíble.
(De ervaring was ongelooflijk.)
5.
... con otros estudiantes y exploró la ciudad con ellos.
(Hij deelde een appartement met andere studenten en verkende de stad met hen.)
6.
Dijo que ese trabajo ... fue el mejor de su vida.
(Hij zei dat dat tijdelijke werk het beste van zijn leven was.)