Spaans A2.22.2 Een wilde avontuur

Een avontuur in Afrika waar men wilde dieren zoals de olifant, de uil en de gier ziet. Ze vergelijken de dieren in de jungle en de woestijn.

Cuento corto: Una aventura salvaje

Una aventura en África donde se ven animales salvajes como el elefante, el búho y el buitre. Comparan a los animales en la selva y el desierto.

Spaans A2.22.2 Een wilde avontuur

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 3: Planes para el fin de semana (Weekendplannen)

Les 22: Un día en el zoológico (Een dagje dierentuin)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. En África los animales salvajes viven en la selva y en el desierto. In Afrika leven wilde dieren in de jungle en in de woestijn.
2. Hoy un grupo de turistas hace un safari. Vandaag maakt een groep toeristen een safari.
3. Ven un elefante en la selva. Zij zien een olifant in de jungle.
4. El elefante es mayor que todos los animales. De olifant is groter dan alle dieren.
5. También ven un águila en el cielo. Ze zien ook een arend in de lucht.
6. El águila es mejor en buscar comida que el buitre. De adelaar is beter in het zoeken naar voedsel dan de gier.
7. Los búhos se sientan en un árbol y duermen durante el día. De uilen zitten in een boom en slapen overdag.
8. El desierto es peor para los elefantes, entonces ellos están en la selva. De woestijn is slechter voor de olifanten, dus zij zijn in de jungle.
9. Los turistas se alejan cuando ven un buitre africano volando bajo. De toeristen gaan weg wanneer zij een Afrikaanse gier laag zien vliegen.
10. Han visto muchos animales salvajes hoy. Ze hebben vandaag veel wilde dieren gezien.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué animal es mayor que todos los demás en la selva?
  2. Welk dier is groter dan alle anderen in de jungle?
  3. ¿Qué hace el búho en el árbol?
  4. Wat doet de uil in de boom?
  5. ¿Dónde prefieren estar los elefantes?
  6. Waar verkiezen de olifanten te zijn?
  7. ¿Has ido alguna vez a un safari?
  8. Ben je ooit op safari geweest?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

desierto, selva, elefante, África, alejan, buitre

1.
En ... los animales salvajes viven en la selva y en el desierto.
(In Afrika leven wilde dieren in de jungle en in de woestijn.)
2.
Ven un elefante en la ....
(Zij zien een olifant in de jungle.)
3.
El ... es mayor que todos los animales.
(De olifant is groter dan alle dieren.)
4.
El águila es mejor en buscar comida que el ....
(De arend is beter in het zoeken van voedsel dan de gier.)
5.
Los turistas se ... cuando ven un buitre africano volando bajo.
(De toeristen gaan weg wanneer ze een Afrikaanse gier laag zien vliegen.)
6.
El ... es peor para los elefantes, entonces ellos están en la selva.
(De woestijn is erger voor de olifanten, dus zij zijn in de jungle.)