Tekst en vertaling
1. | Ana trabaja en una empresa digital. | Ana werkt bij een digitaal bedrijf. |
2. | Ella prefiere el teletrabajo porque tiene más flexibilidad. | Zij geeft de voorkeur aan thuiswerken omdat ze meer flexibiliteit heeft. |
3. | Cada mañana se conecta a la plataforma. | Elke ochtend logt zij in op het platform. |
4. | La conexión en su casa es muy rápida. | De verbinding in haar huis is erg snel. |
5. | Pero a veces se desconecta durante una videollamada. | Maar soms wordt ze tijdens een videogesprek losgekoppeld. |
6. | El equipamiento que tiene en casa es bueno pero no es mucho mejor que este de la oficina. | De uitrusting die ze thuis heeft, is goed maar niet veel beter dan die op kantoor. |
7. | Ana echa de menos las reuniones presenciales con sus compañeros. | Ana mist de fysieke vergaderingen met haar collega's. |
8. | En el teletrabajo no tiene contacto con ellos. | Bij het thuiswerken heeft ze geen contact met hen. |
9. | Al final del día desconectarse del trabajo remoto es fácil para ella. | Aan het eind van de dag is afschakelen van het remote werken makkelijk voor haar. |
10. | Pero hay días en los que le cuesta mucho conectarse a su vida personal. | Maar er zijn dagen waarop het voor haar moeilijk is om contact te maken met haar persoonlijke leven. |
Oefening 1: Discussievragen
Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.
- ¿Dónde trabaja Ana?
- ¿Qué comprueba Ana cada mañana?
- ¿Qué hace Ana al final del día?
- ¿Qué opinas sobre el teletrabajo?
- ¿Es importante para ti socializar en el trabajo o en la escuela? ¿Por qué?
Waar werkt Ana?
Wat controleert Ana elke ochtend?
Wat doet Ana aan het einde van de dag?
Wat vind je van thuiswerken?
Is het belangrijk voor je om te socialiseren op het werk of op school? Waarom?
Oefening 2: Vul de open plekken in en maak de zinnen af
Instructie: Vul het juiste woord in.
videollamada, conectarse, desconectarse, digital, teletrabajo, presenciales
1.
Al final del día ... del trabajo remoto es fácil para ella.
(Aan het einde van de dag is loskoppelen van het thuiswerken gemakkelijk voor haar.)
2.
Ana trabaja en una empresa ....
(Ana werkt bij een digitaal bedrijf.)
3.
Pero hay días en los que le cuesta mucho ... a su vida personal.
(Maar er zijn dagen waarop zij het moeilijk vindt om zich te verbinden met haar persoonlijke leven.)
4.
En el ... no tiene contacto con ellos.
(Bij het thuiswerken heeft zij geen contact met hen.)
5.
Ana echa de menos las reuniones ... con sus compañeros.
(Ana mist de fysieke vergaderingen met haar collega's.)
6.
Pero a veces se desconecta durante una ....
(Maar soms verbreekt ze de verbinding tijdens een videogesprek.)