Spaans A2.6.1 De eerste dag in het hotel

Een kort verhaal over Marta en haar ervaring in een hotel.

Cuento corto: El primer día en el hotel

Una historia corta sobre Marta y su experiencia en un hotel.

Spaans A2.6.1 De eerste dag in het hotel

A2 Spaans

Niveau: A2

Module 1: Viajar: ¡A lo desconocido! (Reizen: op avontuur!)

Les 6: En el hotel (Op hotel)

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio
Audio
Audio met vertalingen
Audio met vertalingen

Tekst en vertaling

1. Marta llega a la recepción del hotel. Marta komt aan bij de receptie van het hotel.
2. Primero habla con el recepcionista. Eerst praat ze met de receptionist.
3. Él le ayuda a hacer el check in. Hij helpt haar om in te checken.
4. Ella se registra y le dan la llave de su habitación. Zij checkt in en krijgt de sleutel van haar kamer.
5. El recepcionista le dice: No llegues tarde al check out mañana. De receptionist zegt tegen haar: Kom morgen niet te laat voor de check out.
6. Marta descansa un poco y luego sale a comer. Marta rust een beetje uit en gaat dan uit eten.
7. Por la noche no encuentra las llaves de la habitación. ’s Avonds kan ze de sleutels van de kamer niet vinden.
8. El recepcionista amable le ayuda y encuentra una solución rápida. De vriendelijke receptionist helpt haar en vindt snel een oplossing.
9. Él le dice: No hay problema pero no pierdas la llave otra vez. Hij zegt tegen haar: Geen probleem, maar verlies de sleutel niet nog een keer.
10. A Marta le encanta el servicio del hotel. Marta houdt van de service van het hotel.

Oefening 1: Discussievragen

Instructie: Bespreek de vragen nadat je naar de audio hebt geluisterd of de tekst hebt gelezen.

  1. ¿Qué hace Marta después de hacer el check in?
  2. Wat doet Marta nadat ze heeft ingecheckt?
  3. ¿Con qué le ayuda el recepcionista?
  4. Waarmee helpt de receptionist je?
  5. ¿Qué piensa Marta sobre el servicio del hotel?
  6. Wat vindt Marta van de service van het hotel?
  7. ¿Alguna vez has tenido problemas en el hotel?
  8. Heb je ooit problemen gehad in het hotel?

Oefening 2:

Instructie: Vul het juiste woord in.

Toon vertaling Toon antwoorden

se registra, descansa, recepción, solución, servicio, hacer el check in

1.
Él le ayuda a ....
(Hij helpt haar met het inchecken.)
2.
Ella ... y le dan la llave de su habitación.
(Zij checkt in en krijgt de sleutel van haar kamer.)
3.
El recepcionista amable le ayuda y encuentra una ... rápida.
(De vriendelijke receptionist helpt haar en vindt snel een oplossing.)
4.
Marta ... un poco y luego sale a comer.
(Marta rust een beetje uit en gaat daarna uit eten.)
5.
A Marta le encanta el ... del hotel.
(Marta vindt de service van het hotel geweldig.)
6.
Marta llega a la ... del hotel.
(Marta komt aan bij de receptie van het hotel.)