A1.1.1 De persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp)
Onderwerp persoonlijke voornaamwoorden in het Spaans geven aan wie de handeling in een zin uitvoert.
Gramática: Los pronombres personales (de sujeto)
A1 Spaans Personal subject pronouns
Niveau: A1
Module 1: Presentarse (Jezelf voorstellen)
Les 1: Saludos y despedidas (Groeten en afscheid)
Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten
Audio en video
- Voornaamwoorden stemmen overeen met het geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en het getal (enkelvoud of meervoud) van het subject.
- Gebruik de mannelijke voornaamwoorden voor een groep van alleen mannen of gemengd.
- Gebruik "tú" / "vosotros" voor informele situaties.
- Gebruik "usted" / "ustedes" voor formele situaties.
# | Singular | Plural |
---|---|---|
1 | Yo (Ik) | Nosotros (Wij) / Nosotras (Wij) |
2 | Tú (jij) | Vosotros (Jullie) / Vosotras (jullie) |
3 | Él (Hij) / Ella (Zij) / Usted (U) | Ellos (Zij) / Ellas (Zij) / Ustedes (Jullie) |
Uitzonderingen!
- In Latijns-Amerika is het gebruik van "usted" gebruikelijker en wordt het zowel in formele als in veel informele contexten gebruikt.
Oefening 1: De persoonlijke voornaamwoorden (onderwerp)
Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.
Toon antwoorden Toon vertalingEllos, Tú, Ustedes, Usted, Ella, Él, Vosotros, Ellas, Yo, Nosotras, Nosotros
1. ... es mi amiga.
2. ... eres mi amigo.
3. ... hablamos español.
4. ... son hermanos.
5. ... hablo español.
6. ... son profesores.
7. ... son amables.
8. ... somos amigas.
9. ... es mi profesor.
10. ... sois estudiantes.
11. ... es simpático.
Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin
Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.
Toon vertaling
1.
Él
|
(Hij) |
2.
Ellas
|
(Zij) |
3.
Vosotros
|
(Jullie) |
4.
Ustedes
|
(Jullie) |
5.
Tú
|
(Jij) |
6.
Ellos
|
(Zij) |
7.
Ella
|
(Zij) |
8.
Yo
|
(Ik) |