10K+ studenten - 4.8/5

Leer met een leraar Inclusief leermaterialen Oefen conversatie

A1.9.2 Voorzetsels: aangeven van momenten van de dag

Voorzetsels zijn woorden die zelfstandige naamwoorden, voornaamwoorden of zinnen verbinden met andere woorden in een zin.

Gramática: Preposiciones: indicar momentos del día

A1 Spaans Voorzetsels: tijden van de dag aangeven

Niveau: A1

Module 2: De horas a estaciones (Van uren tot seizoenen)

Les 9: Días de la semana y partes del día. (Dagen van de week en dagdelen)

Leergeschiedenis

Richtlijnen tijdens het lesgeven +/- 15 minuten

Audio en video

Audio with translations
Audio with translations

  1. Gebruik "en" om specifieke delen van de dag aan te geven. Bijvoorbeeld: "en la noche" .
  2. Gebruik "a" of "al" om uren en precieze momenten aan te geven. Bijvoorbeeld: "al atardecer" .
  3. Gebruik "por" om algemene periodes van de dag aan te duiden. Bijvoorbeeld: "por la mañana" .
  4. Gebruik "de" of "del" om een deel van de dag of een periode aan te geven. Bijvoorbeeld: "de noche" .
PreposiciónEjemplo
PorPor la mañana ('s Ochtends)
 Por la tarde ('s middags)
 Por la noche ('s Avonds)
EnEn la mañana ('s Ochtends)
 En la noche ('s nachts)
A + el => AlAl amanecer (Bij zonsopgang)
A + laA la medianoche (Om middernacht)
De + el => DelDel mediodía (De middag)
De + laDe la mañana (In de ochtend)
DeDe noche ('s nachts)
 De día (Overdag)

Oefening 1: Voorzetsels: aangeven van momenten van de dag

Instructie: Kies het juiste woord, lees de zin hardop voor en vertaal.

Toon antwoorden Toon vertaling

por, a, del, de, Por, En

1. Hoy a las diez ... la noche voy a Portugal.

Hoy a las diez de la noche voy a Portugal.
(Vandaag om tien uur 's avonds ga ik naar Portugal.)

2. El viernes ... la tarde hay una comida familiar.

El viernes por la tarde hay una comida familiar.
(Vrijdagmiddag is er een familiediner.)

3. ... la mañana del lunes organizo mi semana.

En la mañana del lunes organizo mi semana.
(Op maandagochtend organiseer ik mijn week.)

4. Mañana a las cinco ... mediodía vamos a una fiesta.

Mañana a las cinco del mediodía vamos a una fiesta.
(Morgen om vijf uur 's middags gaan we naar een feestje.)

5. Trabajo ... la mañana.

Trabajo por la mañana.
(Ik werk 's ochtends.)

6. Son las dos ... la tarde.

Son las dos de la tarde.
(Het is twee uur 's middags.)

7. Hoy ... la medianoche celebro mi cumpleaños.

Hoy a la medianoche celebro mi cumpleaños.
(Vandaag om middernacht vier ik mijn verjaardag.)

8. ... la tarde visito a mi abuela.

Por la tarde visito a mi abuela.
(In de namiddag bezoek ik mijn grootmoeder.)

9. Ya es ... noche.

Ya es de noche.
(Het is al nacht.)

Oefening 2: Vertaal en gebruik in een zin

Instructie: Vertaal en spreek het woord hardop uit. Gebruik het woord in een zin.

Toon vertaling
1. En
(Op)
2. A
(Om)
3. De
(Van)
4. Por
(In)
5. Por
(Op)
6. Del
(Van)